Mijn Task-Force project gaat over een vaak vergeten, maar cruciale episode in de wereldgeschiedenis: de geheime en systematische exploitatie van Duitse wetenschap en technologie door de geallieerden direct na de Tweede Wereldoorlog. In de chaotische laatste maanden van de oorlog en de jaren erna rukten speciale eenheden – de zogeheten T-Forces (Target Forces) – op achter de frontlinies. Hun opdracht was niet het bevechten van Duitse soldaten, maar het opsporen, veiligstellen en wegvoeren van kennis, installaties, documenten en wetenschappers. Het was een georganiseerde roof, die een enorme impact zou hebben op de naoorlogse geopolitiek, de technologische ontwikkeling en de Koude Oorlog.

De T-Forces maakten deel uit van een groter geheel van programma’s en missies, zoals Operation Alsos (gericht op kernenergie en de Duitse atoombom), Operation Paperclip (de geheime overbrenging van Duitse wetenschappers naar de VS), en onderzoeksorganen zoals BIOS (British Intelligence Objectives Sub-Committee) en FIAT (Field Information Agency, Technical). Deze operaties werden vaak gezamenlijk uitgevoerd door Britse, Amerikaanse en later ook Sovjet-eenheden. Officieel werden ze gepresenteerd als een manier om nazistische wetenschap onschadelijk te maken en toekomstige oorlogsdreigingen te voorkomen. In werkelijkheid draaide het om iets anders: wie als eerste toegang had tot de Duitse technologische voorsprong, zou het machtsevenwicht van de 20e eeuw in handen krijgen.

Duitse wetenschappers stonden in 1945 op tal van terreinen verder dan hun geallieerde tegenstanders. Denk aan rakettechnologie (V2), straaljagers, synthetische brandstoffen, medicijnen, optica, scheikunde, maar ook vroege computers en communicatietechnieken. De T-Forces kwamen als roofridders binnen: fabrieken werden leeggehaald, laboratoria ontmanteld en hele bibliotheken ingepakt. Apparatuur en documenten verdwenen vaak nog voordat de eigenlijke strijd voorbij was. Niet zelden werden wetenschappers onder dwang verplaatst naar de Verenigde Staten of de Sovjet-Unie, waar ze hun kennis verder moesten inzetten – soms vrijwillig, vaak tegen hun zin.

Het project richt zich niet alleen op de praktische kant van deze ‘kennisroof’, maar ook op de morele en politieke dimensies. Was dit gerechtvaardigd als oorlogsbuit? Of was het een flagrante vorm van roof en mensenhandel? Dezelfde democratische staten die in Neurenberg oorlogsmisdaden vervolgden, aarzelden niet om nazistische experts in te lijven en hen straffeloos te laten werken, zolang ze maar nuttig waren. Wernher von Braun, de raketpionier die in dienst van Hitler V2’s op Londen liet regenen, werd in de VS de ‘vader van het Apollo-programma’. Zulke paradoxen laten zien hoe dun de scheidslijn was tussen opportunisme en morele verantwoordelijkheid.

Daarbij komt dat deze exploitatie direct bijdroeg aan de dynamiek van de Koude Oorlog. De VS en de Sovjet-Unie waren niet alleen rivalen in ideologie, maar vooral ook in technologie. Wie de beste raketten, de snelste vliegtuigen of de krachtigste kernwapens had, bezat de sleutel tot de wereldmacht. Duitse kennis werd zo een inzet in een geopolitiek schaakspel dat decennialang de wereldorde bepaalde.

Mijn onderzoek probeert dit hele proces in kaart te brengen. Dat betekent: de geschiedenis van de T-Forces zelf, de samenhang met parallelle operaties, de rol van spionage en inlichtingen, en vooral de gevolgen voor wetenschap, economie en machtspolitiek. Daarbij gaat het niet alleen om een militaire of technologische geschiedenis, maar ook om de ethische vragen die tot vandaag de dag relevant zijn. Hoe ver mag een staat gaan om zijn veiligheid en macht te waarborgen? Wanneer wordt kennis een legitieme vorm van oorlogsbuit en wanneer verandert het in diefstal? En wat doet dit met ons beeld van democratie en rechtstaat, als juist die staten zich bedienen van praktijken die officieel worden veroordeeld?

Het project combineert archiefonderzoek, getuigenissen, secundaire literatuur en geopolitieke analyse. Het is bedoeld om licht te werpen op een periode waarin de fundamenten werden gelegd van de technologische samenleving waarin we nu leven: van ruimtevaart en kernenergie tot digitale communicatie. Achter veel van die vooruitgang schuilt een verhaal van roof, geheimhouding en politieke manipulatie.

Samenvattend: het Task-Force project gaat over de verborgen geschiedenis van hoe de geallieerden na 1945 de Duitse wetenschap en technologie roofden, hoe dit de Koude Oorlog vormgaf en welke morele dilemma’s daarmee samenhingen. Het is een verhaal van macht, kennis, opportunisme en hypocrisie – en daarom nog altijd verrassend actueel.


Een volk als Prooi van Multinationals, Amerikaanse geopolitiek en de CIA

Een boek over hoe idealen werden ingeruild voor economische belangen – en hoe een volk zijn stem verloor.

Nieuw-Guinea had recht op zelfbeschikking. Toch werd het eiland zonder instemming van de bevolking overgedragen aan Indonesië. Hoe kon dat gebeuren? En waarom zwegen Nederland en de internationale gemeenschap?

In Nieuw-Guinea Verraden leg ik de krachten bloot achter de overdracht van Nieuw-Guinea. Het onthult de rol van de Verenigde Staten, de CIA, multinationals als Freeport (tegenwoordig Freeport-McMoRan Inc.), banken en het machtige Amerikaanse advocatenkantoor Sullivan & Cromwell dat schimmige zaken van wereldconcerns in juridische nevelen hult. Centraal staat de botsing tussen nobele idealen – zoals het zelfbeschikkingsrecht – en de rauwe realiteit van geopolitiek en kapitalisme. Zelfs prins Bernhard speelde op de achtergrond een rol in het conflict.

Dit boek gaat ook over Nieuw-Guinea, maar dan als slachtoffer van Amerikaanse geopolitiek. Het laat zien hoe mondiale machtssystemen functioneren, en hoe economische belangen het vrijwel altijd winnen van mensenrechten of democratische principes. De Papoea’s zijn slechts één van de vele voorbeelden, vergeten in internationale conferenties, opgeofferd aan de winstmarges van een goud- en kopermijn van Freeport. Stille slachtoffers van de geschiedenis.

Nieuw-Guinea Verraden biedt een nieuw perspectief op een onderbelicht hoofdstuk in de Nederlandse en internationale geschiedenis. Een boek voor wie zich interesseert voor de Koude Oorlog, dekolonisatie en de wereld achter diplomatie, macht en inlichtingendiensten.

Nieuw-Guinea Verraden verschijnt in februari 2026

 

De geschiedenis van de aarde heeft mij al sinds ik me kan heugen in haar greep. Toen ik Gevecht met de Tijd (2013) had geschreven (waarin ik beschreef hoe religieuzen en wetenschappers door de eeuwen heen hebben geprobeerd de ouderdom van de aarde vast te stellen), dacht ik met het onderwerp klaar te zijn.

De werkelijkheid was anders. De canyons van Utah en Arizona in de Verenigde Staten geven de geschiedenis van moeder aarde op weergaloze wijze weer.

Een vervolg op Gevecht met de Tijd. Hoe de Aarde in vier eeuwen vier miljard jaar ouder werd.