Berichten

Met stijgende verbazing heb ik drie afleveringen van de vierdelige NPO-documentaire over koningin Wilhelmina bekeken. In de eerste twee delen kwamen zoveel onbenulligheden en niet wetenswaardige weetjes voorbij dat ik het liefst de knop had omgedraaid. Maar plichtsgetrouw als ik ben zat ik beide delen tot het bittere einde uit. Ik weet nu heel veel over haar poppen waarmee ze als kind speelde, de kleuren waarvan ze hield, de kleren die ze droeg en ik weet nu – godzijdank! – ook hoe de kamer eruit zag waarin ze sliep in de nacht voor haar inhuldiging. Gediplomeerde pro-Oranjehistorici mochten ongestoord hun jubelende gang gaan, wat ze met evident plezier deden. Historici die ik bepaald niet ken als pluimstrijkers werden in beeld gebracht op een wijze die mij het gevoel gaf dat hun uitspraken niet in de werkelijke context werden gepresenteerd. Zelfs als er iets mild negatiefs werd gezegd, kreeg het toch nog een positieve lading.

Deel drie ging grotendeels over het Duitsland van Hitler, de bruiloft van Juliana met Bernhard en de vlucht (dat woord werd hardnekkig vermeden) naar Engeland. Het was het aloude verhaal, dat door Wilhelmina zelf, daarbij gedienstig geassisteerd door Loe de Jong en Cees Fasseur, de wereld is in geholpen. Met succes zo bleek nu weer. Haar betekenis als ‘oorlogsleider’, haar onvoorstelbare opofferingen voor Nederland (hoe doe je dat vanuit Londen?) en natuurlijk haar rol als Moeder des Vaderlands, kwamen weer voorbij. De NPO vond het kennelijk niet kies te vermelden dat ze er hals over kop vandoor was gegaan en haar kindertjes (om even in de beeldspraak van de goede moeder te blijven) in het brandende huis achterliet.

Ze zou min of meer gedwongen zijn geweest naar Engeland te vluchten toen de boot waarop ze zat niet naar Zeeland kon varen, wat de bedoeling zou zijn geweest, maar ook niet terug kon keren naar de vertrekhaven (Hoek van Holland) omdat die stad onder vuur lag. Wilhelmina voer op een Brits marineschip dat ze stomtoevallig in De Hoek had aangemeerd zien liggen en waar ze zomaar – ook al weer stomtoevallig – aan boord was gegaan. Dat het allemaal was gepland heeft ze nooit willen toegeven. Ze had ook niet verwacht dat haar vertrek harde kritiek zou uitlokken, want ze was gewend dat de bevolking alles accepteerde wat ze deed. In haar memoires heeft ze haar vertrek naar Engeland (nee, geen vlucht) uitgelegd en goedgepraat als een noodzakelijke daad. Ze zou geen andere keus hebben gehad. Dat verweer hebben historici klakkeloos overgenomen, en de NPO doet het nog weer eens dunnetjes over.

Het heeft geen zin om alle onzin die over de vorstin de ronde doet en die in deze documentaire opnieuw – zij het vreselijk saai – wordt opgedist van commentaar te voorzien. Belangstellenden verwijs ik naar mijn Wilhelmina. Mythe, fictie en werkelijkheid waarin ik haar rol in de oorlog uitgebreid uit de doeken doe.

Één ding wil ik er ter illustratie nog uitlichten: Wilhelmina’s tomeloze hekel jegens Hitler en zijn naziregime. Wat zijn daarvoor eigenlijk de bronnen?  Loe de Jong doet uitgebreid verslag van Wilhelmina’s afkeer en wantrouwen jegens Hitler. Zijn bron: een interview met Wilhelmina. Een hele pagina lang laat hij haar tekeer gaan tegen Hitler en zijn trawanten. Maar de oorlog is dan al tien jaar voorbij. Sinds dat interview staat Wilhelmina bekend als een keiharde antinazi. Bronverwijzingen werden sindsdien niet meer nodig geacht. Het was gewoon een voldongen feit.

Ik heb het Koninklijk Huisarchief om stukken en brieven gevraagd waarin  de antinazigezindheid van Wilhelmina wordt aangetoond. Ik kreeg geen toegang maar werd verwezen naar de boeken van Cees Fasseur, want: ‘het weinige dat in de op het Koninklijk Huisarchief (KHA) beheerde bronnen in deze context van belang is’ was in de boeken van Fasseur terug te vinden. Kortom, het KHA heeft niets van betekenis. Maar bij Fasseur is ook niets van belang te vinden. Hij vermeldt haar afkeer jegens Hitler uiteraard wel, maar geeft geen bronnen. Die zijn er ook niet, tenzij je Wilhelmina op haar woord wilt geloven.

Ze sprak zich voor het eerst tegen Hitler uit tijdens de oorlog. Dat ligt natuurlijk voor de hand als je bedenkt dat ze vanwege hem had moeten vluchten. Typerend genoeg heeft ze nooit onderzoek laten doen naar de politieke gezindheid van prins Bernhard, die tot vlak voor zijn huwelijk lid van de Duitse nazipartij was. Zo diep zat haar afkeer blijkbaar niet.

 

 

Ongetwijfeld heb ik een masochistische inslag. Want wie kijkt als overtuigd republikein nou naar een documentaire (in vier delen) over prinses Beatrix, voormalig koningin der Nederlanden? Wat heb je eraan en wat moet je er mee? In ieder geval heeft het mijn weerzin van de monarchie op peil gehouden. Niet versterkt, dat gaat al sinds lang niet meer.

In de documentaire merk je aan alles dat het moeilijk was mensen te vinden die zich wilden laten interviewen. Beatrix zelf wilde niet meewerken. Personen die eventueel van plan waren mee te doen, zagen er toen ook maar van af. Wat overbleef was een beetje het tweede garnituur.
Mensen die Beatrix na staan, wilden niet omdat het nu eenmaal not done is over haar te praten. Je praat met haar, niet over haar. Een verkeerd woord en ze kijkt je nooit meer aan. De mensen die zich wel lieten strikken maakten niet de indruk tot de intimi van Beatrix (of wijlen prins Claus) te horen, al probeerden ze wel die indruk te wekken. Afgezien misschien van hofdame Miente Boellaard. Maar zij zei, als puntje bij paaltje kwam, op cruciale momenten eigenlijk niets.  Als er tussen al het lakeien-gekakel eens iets aan de orde kwam, dat mogelijk de moeite waard was, volgde er geheid een diepe stilte. De hofdame zei in die gevallen gewoon dat ze er niet op in wilde gaan.

Er werd heel veel en buitengewoon bedachtzaam gezwegen in de serie. Neem priester en theoloog Huub Oosterhuis. Ik was telkens weer bang dat hij voor de camera was ingedut. Totdat hij plotseling een paar  woorden zei, die pareltjes waren van intense doordachtheid. Ook rabbijn Soetendorp sprak aarzelend en woog ieder woord. Kennelijk was ook hij als de dood iets verkeerds te zeggen. Dat deed hij niet. Hij had sowieso weinig te melden. Een kenmerk dat aan vrijwel iedere geïnterviewde in deze serie kleefde.

De serie steunt sterk op de biografie van Jutta Chorus, die nauw bij de productie van de serie betrokken is geweest. In haar boek Beatrix. Dwars door alle weerstanden heen (2013) stond evenmin veel nieuws. Als de mensen die ze interviewde weer eens overliepen van bewondering voor Beatrix, vroeg ze nooit door hoe dat nou kwam en waarom ze zich zo slaafs opstelden. Justine van Lawick, klinisch psycholoog, die Chorus voor haar boek had geïnterviewd, dook ook in de serie weer op.

Beatrix had haar en enkele anderen uitgenodigd voor een brainstormsessie in haar paleis. Ze wilde beter zicht krijgen op wat er in de samenleving leefde. Ze voelde aan dat er onbehagen heerste, waar ze echter geen vat op kreeg. Van Lawick was volkomen van de wap, dat ze bij de Majesteit op bezoek mocht. En zoals de koningin zich had voorbereid op het gesprek. Echt ongelooflijk. Ook van haar medebezoekers kende ze de achtergronden. Ze scheen te denken dat Beatrix die info zelf bij elkaar had gescharreld. Aan het bataljon hulptroepen dat de koningin op alle mogelijke gebieden terzijde staat, had ze kennelijk nooit gedacht. Van Lawick had inhoudelijk nog steeds bitter weinig te melden.

De documentaire komt er grofweg op neer dat Beatrix een perfectionist was, die over alles controle wilde houden. Van haar functioneren als koningin weten we in feite niets af.  De ministeriële verantwoordelijkheid staat dat niet toe. De ministers zijn verantwoordelijk voor alles wat ze doet (en nalaat).  De documentaire maakt ons op het punt van functioneren niets wijzer. Macht had ze niet; wel veel invloed. Die invloed strekt zo ver als de premier toestaat. Als hij zijn rug recht houdt en op zijn strepen staat kan de Majesteit weinig beginnen. De documentaire gaat daar volledig aan voorbij.

Een koning(in) kan dreigen met aftreden, maar tot dusver is er geen monarch geweest, die vrijwillig de kroon aan de wilgen heeft gehangen. Gedreigd is er genoeg. De baan is echter te lucratief en het salaris (‘uitkering’) te buitensporig om zo maar te stoppen. Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn zo buitengewoon riant, dat de koning zich wel tien keer bedenkt om de boel in de steek te laten. De Oranjes beschikken over vier paleizen, ze kunnen vrijwel onbeperkt kosten declareren en ze reizen gratis in alle denkbare vervoersmiddelen (van trein tot vliegtuig). Het is niet voor niets dat het voortbestaan van de monarchie altijd hun hoogste prioriteit is.

Beatrix dreigde overigens niet met aftreden. Ze draaide de zaak om en dreigde niet aan te zullen treden. Dat is niet ongewoon in de Oranje familie. Willem III deed dat ook, maar hij liet zich maar al te graag overtuigen toch de kroon op te zetten.

Midden jaren zeventig speelde de Lockheed-affaire. Prins Bernhard had zich corrupt getoond en moest op de een of andere manier worden ‘bestraft’.  Als Bernhard gevangenisstraf zou krijgen omdat hij zich had laten omkopen door Lockheed zou Beatrix weigeren – beweerde ze althans –  de troon te aanvaarden. Haar moeder, koning Juliana, had namelijk gezegd te zullen aftreden als haar man de bak in moest. Juliana was vermoedelijk inderdaad afgetreden. Ze was toch al op leeftijd en dacht al langer na over abdiceren. Bovendien: het was geen leuke idee koningin te zijn als haar man in bak zat. ‘Uw man is niet meegekomen, Majesteit?’ ‘Nee, die zit in de bak’.

Premier Den Uyl wist drommels goed dat hij Bernhard niet voor de rechter kon sleuren, wilde hij geen politieke zelfmoord plegen. Daarom was zijn insteek vanaf het begin dat Bernhard niet strafrechtelijk zou worden vervolgd. De zogenaamde dreiging van Beatrix gaf Den Uyl een aangename manoeuvreerruimte.

In de Commissie van Drie die Bernhards corrupte gedrag moest onderzoeken was er even sprake van dat een lid van de Hoge Raad zitting zou nemen. Dat ging niet door omdat hij gehouden zou zijn criminele feiten (en die waren er in het geval van Bernhard) bij het OM te melden. Dat was niet de bedoeling. Met spoed werd hij van de kandidatenlijst gehaald. Gerechtelijke vervolging was bij voorbaat uitgesloten.

Als die dingen komen in de documentaire niet voor. Er wordt wel over Lockheed gepraat door oud-minister Bram Stemerdink. Hij doet dat in de sfeer waarvan de hele documentaire doordesemd is, namelijk een kritiekloze, diepe bewondering en eerbied voor Beatrix (harde werker, perfectionist etc.) en het koningshuis. Er valt geen onvertogen woord.

Stemerdink beweerde zelfs dat Beatrix’ dreiging haar moeder niet te zullen opvolgen, de doorslag had gegeven om Bernhard niet voor de rechter te brengen. Dat is onzin.

Maar het is wel de onzin die de NPO, steunpilaar van de monarchie door dik en dun, is toevertrouwd te produceren. Luister maar eens naar een verslag over het koningshuis van Kysia Hekster of Astrid Kersseboom. Beide dames schieten bij die gelegenheden volautomatisch in een staat van langdurige, orgastische vervoering. Het is iets wat je ook bij Jeroen Snel van het royaltyprogramma Koud Bloed kunt zien.

Alles wat Beatrix doet in deze documentaire is als vanzelfsprekend briljant. Of het nou praten is, glimlachen, handen schudden of niet zweten. Ze doet alles professioneel. Zo nodig kan ze heel menselijk overkomen en ze bezit zelfs de capaciteit om verdriet en medeleven te tonen. Zoals ze begaan was met de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede. Het wordt ons met diepe eerbied verteld. Het hoort natuurlijk gewoon bij haar werk als koningin en ze deed dat inderdaad professioneel. Over haar verdriet bij het overlijden van haar echtgenoot en zoon Friso raakt de documentaire ook niet uitgepraat. Ze ging gewoon dóór, werd met verbazing en eerbied geconstateerd. Zó bijzonder.

Binnen twee weken was ze weer aan het werk. Dat zijn de meesten die iets dergelijks vreselijks overkomt. Het is allemaal in cao’s en dergelijke geregeld. Na een week of zo moet iedereen weer aan de bak. Het is ook het verstandigste wat je kunt doen.  Maar bij Beatrix, als koningin, wordt daar een enorme ophef van gemaakt. Onvoorstelbaar hoe ze dat deed. Bovenmenselijk. Maar ja, de plicht riep. Het enige wat ze had gedaan, was zich normaal menselijk tonen.

Ook in de kleinste dingen was ze fantastisch en niet te overtreffen. Neem bijvoorbeeld grafisch ontwerper Irma Boom. Ze kreeg opdracht een logo voor het prins Claus fonds te ontwerpen. Claus vond het resultaat prachtig, maar wilde toch goedkeuring van Beatrix. Voordat Boom het wist, werd ze gesommeerd naar het paleis te komen, waar Beatrix haar stevig onderhanden nam. Het ging vooral over het kroontje in het ontwerp. Twee uur lang hamerde Hare Majesteit er bij mevrouw Boom in dat de kroon niet iets is om mee te spelen.

Boom vond dat een uitstekend argument, en als iemand een goed argument heeft ‘breng daar dan maar iets tegen in’. Met een kroon speel je niet, had Hare Majesteit benadrukt. En wie kon dat beter weten dan Beatrix? Zij moest als staatshoofd de kroon beschermen. Zij wás de kroon. Volgens de nog steeds verbouwereerde mevrouw Boom was er geen speld tussen de krijgen.

Claus zelf wilde helemaal geen kroon, maar hij liet zijn vrouw haar gang maar gaan. Het geëmmer over dat kroontje – een totaal onbenullig onderwerp – ging maar liefst zes minuten door.

Wie aandrang mocht voelen de serie alsnog te bekijken, moet dat zeker doen. Geheel onbedoeld leggen de makers de volmaakte onbenulligheid van het ‘moderne’ koningschap bloot.