Berichten

NU IN DE BOEKWINKEL

 

“Schraapzucht Oranjes lijkt genetisch” (AD 13-1-2020)

Lieve Mona

Loek Kessels had jarenlang een veelgelezen rubriek in Story: ‘Schrijf het maar aan Mona’. Ze beantwoordde duizenden brieven die steevast begonnen met ‘Lieve Mona’. De briefschrijvers (m/v) kregen altijd warme, invoelende antwoorden. Iedereen las Mona al gaf je dat liever niet toe:  ‘ja, wel eens gelezen bij de kapper’. Loek schreef tientallen romans, thrillers en kinderboeken. Haar eerste kinderboek publiceerde ze toen ze dertien was.

Begin september kwam er weer een boek van haar uit: Een Kusje op je ziel dat over haarzelf  en haar moeder gaat. Geen mooie titel, maar goed, Mona kan bij mij geen kwaad doen. Ze was dol op haar moeder, of liever gezegd, ze wilde dat graag zijn. Maar dat is lastig wanneer je moeder niets van jou moet hebben. Loek keek enorm tegen haar op: een schoonheid die deed denken aan een geslaagde mix van Marlene Dietrich met Greta Garbo. Loeks moeder, als Leonie Pütz net over de grens bij Aken geboren, was actrice. Ze schreef ook toneelstukken. Sommige zijn opgevoerd onder regie van Louis Saalborn, een grootheid in zijn tijd. Als jong meisje vond Loek alles was haar moeder deed buitengewoon fascinerend, maar dat vermocht niet haar moeders hart te vermurwen. Waarschijnlijk had dat te maken met drank: Leonie dronk als een tempelier.

Ze was getrouwd met Carl Brandt, een vermogende Amsterdamse bakker, die verschrikkelijk trots was op zijn mooie vrouw. Anderzijds was hij niet blind voor haar streken al gingen die veel verder dan hij ooit heeft vermoed. Leonie was namelijk zeer bedreven in het inlichtingenwerk. Wat ze als (dubbel)spionne heeft uitgevreten is indrukwekkend. Loek kwam daar pas achter toen er een biografie over haar moeder verscheen.

Leonie’s drankzucht heeft het jeugdleven van Loek verwoest. Ze is nu 85, maar ze zit er nog steeds mee. Een kop koffie kun je aan haar nog wel kwijt, maar een lunch vindt ze te ver gaan: dat is ze niet waard. Haar moeder heeft haar altijd ingepeperd dat ze dom, lelijk en nutteloos was. Dat werkt een leven lang door. Als je leest welke rotstreken Leonie haar dochter leverde begrijp je waarom dat een blijvende indruk maakt.

Toen ze in haar tienertijd, tegen de zin van Leonie, eens naar een feestje ging, kwam een taxi Loek afhalen: haar vader was overleden. Een ‘grapje’ van moeder. Dat bleek toen de overledene zelf de deur opende. Vader Brandt was kapot van Leonie`s rotstreek maar bovendien: als het echt zo ver was zou Loek niet komen. En zo is het gegaan. Tot overmaat van ramp schoof Leonie Loek de schuld van haar vaders dood in de schoenen: ‘als je direct was gekomen na mijn telegram (Loek logeerde bij haar grootouders) zou hij niet zijn overleden.’

Begin jaren vijftig verhuisde ze met haar moeder naar Limburg waar Leonie een café begon; wellicht niet zo’n goed idee voor een alcoholiste. Op een avond toen ze in bed lag zette Leonie haar letterlijk het mes op de keel. Waarom haar stomdronken moeder haar toen niet heeft vermoord weet ze nog steeds niet.

En toch was Leonie een fascinerende vrouw; een ‘ravissante schoonheid’ zoals dat destijds heette. Eind jaren tachtig maakte ik kennis met haar op het ministerie van Justitie. Op papier weliswaar; het justitiearchief bevatte veel stukken over Leonie. Ik raakte gefascineerd: razend intelligent, mooi, actrice, een dubbelspionne die het vak verstond, maîtresse van (ondermeer) de toenmalige Amsterdamse hoofdofficier van Justitie over wie ze doodleuk een toneelstuk schreef om hem onder druk te zetten.

Tijdens de oorlog werd ze met een verkapt doodvonnis (’terugkeer niet gewenst’) naar het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück afgevoerd waar ze – uiteraard – de meest onwaarschijnlijke streken uithaalde.
Na de oorlog verhoorde ze Willy Lages. Een gevangenis vond ze geen fijne omgeving dus nam ze Lages mee naar haar huis in Amsterdam-Zuid. Daar verhoorde ze de oorlogsmisdadiger in haar tuin onder het genot van een borrel en een haring. Leonie bracht ook het verhaal van prins Bernhards ‘stadhoudersbrief’ in de wereld. Het is allemaal terug te vinden in haar biografie die ik in 2003 publiceerde.

Mata Hari was vergeleken bij Leonie een slaapverwekkende dorpstrut. Maar ik besef ook dat Loek, die ik goed ken, een betere moeder had verdiend dan de ‘ravissante schoonheid’ die alleen maar haar moederrol speelde.

Dit artikel verscheen eerder in Argus

Boeken