Berichten

Persbericht.

 

Bernhard ontliep zijn straf in het Lockheed schandaal en gooide in een dronken bui Juliana in het zwembad.  Uit peilingen blijkt dat de populariteit van het koningshuis steeds meer afneemt. Gerard Aalders onderzoekt aan de hand van rationele argumenten of de monarchie nog toekomst heeft. Monarchisten zien het koningshuis als de verbindende factor die Nederland bijeen houdt en wij, burgers, zouden ons kunnen spiegelen aan hun normen en waarden. Aan de hand van voorbeelden concludeert Aalders dat voor die aannames geen basis is. De geschiedenis van de Oranjes was door de eeuwen heen een aaneenschakeling van schandalen. Aan wetten en normen hielden (en houden) ze zich niet.

Aalders beperkt zich niet tot de Oranjes maar analyseert ook buitenlandse koningshuizen en concludeert dat ook daar wangedrag, corruptie en zelfverrijking zeker niet ongewoon zijn.    

Als het koningshuis het verbindend element in de samenleving zou zijn hoe verklaar je dan dat koning Willem I er binnen 15 jaar in slaagde de helft van zijn koninkrijk (het huidige België) te verliezen? Tegelijkertijd voerde hij Nederland naar de rand van de financiële afgrond. Maar de Oranjes die Willem I opvolgden blonken evenmin uit als ‘Verbinders’ of als hoeders van normen en waarden.

Juliana kon ministers zulke rare verzoeken doen dat je je kunt afvragen of ze wel als koningin kon functioneren. Ze wilde bijvoorbeeld met wichelroedes naar olie laten zoeken. Juliana dreigde herhaaldelijk welbewust met aftreden om haar eigen zin door te drijven. Haar voorgangers (en opvolgers Beatrix en Willem-Alexander) deden dat trouwens ook  in de wetenschap dat een ‘koningscrisis’ een probaat middel is om de ministers in een houdgreep te nemen. Wetten worden bijgebogen om de Oranjes een plezier te doen en als dat niet toereikend is worden constructies verzonnen om het de koning naar de zin te maken. Om die reden zat de Nederlands-Argentijns piloot Julius Poch acht jaar lang onschuldig vast in een Argentijnse gevangenis.

En in hoeverre zijn de staatsbezoeken nuttig? Ze kosten handenvol geld. Voor de stelling dat ze onze handel jaarlijks miljarden euro’s opleveren is geen snipper bewijs. Het nut van hun vele werkbezoeken is al even discutabel. Ze dienen om de koning te informeren wat er in de maatschappij leeft, maar hij laat herhaaldelijk zien dat hij geen benul heeft hoe de samenleving functioneert. In de coronatijd werd dat pijnlijk duidelijk.

Uit peilingen blijkt dat de laatste jaren de populariteit van ons koningshuis gestaag afneemt. De populairste Oranjes waren import en hadden geen spatje Oranjebloed. De flamboyante Máxima scoort in de peilingen aanzienlijk hoger dan haar houterige echtgenoot Willem-Alexander.

Máxima kan de ontbinding wellicht vertragen maar niet stoppen.

De bezwaren tegen de monarchie treden steeds duidelijker aan het licht. Een peperdure poppenkast waarvan de kosten over zoveel mogelijk ministeries worden verdeeld om ze minder opvallend te maken. Het belang van het Oranjehuis staat steevast voorop en de leden voelen zich verheven boven de wet. Maar het grootste bezwaar is echter dat erfopvolging strijdig is met de beginselen van de democratie. Het hart van ons staatsbestel is een blinde vlek. We mogen niet weten hoe de koning functioneert en hij draagt geen verantwoordelijkheid voor wat hij doet. Als de koning een crisis veroorzaakt  moet de minister-president de verantwoording nemen.

De Nederlandse monarchie heeft veel overeenkomsten met andere Europese koninkrijken. Zo liet koningin Elisabeth in meer dan 1000 wetten ingrijpen om er zelf beter van te worden. Tegen koning Charles loopt een corruptieonderzoek. De Spaanse koning Juan Carlos liet zich met tientallen miljoen euro’s omkopen en lapte alle normen en waarden aan zijn laars. De woede onder het Spaanse volk was zo groot dat hij besloot naar Abu Dhabi te emigreren. Tegen hem loopt ook een corruptieonderzoek.

Gerard Aalders is historicus en schrijver. Gedurende zeventien jaar was hij onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en publiceerde onder meer over de nazi-roof in Nederland. Hij schreef diverse boeken over de Bilderbergconferenties, economische oorlogvoering, inlichtingendiensten, kartels en majesteitsschennis. Zijn boeken Wilhelmina, fictie en werkelijkheid, Bernhard, alles was anders en Oranje Zwartboek (nu in de 12e druk!) werden bestsellers.

Technische gegevens De toekomst van Oranje:

Formaat:             15 x 23 cm, paperback

Omvang:             ca. 300 pagina’s

ISBN:                    97890 8975 0914

Prijs:                     € 24,99

Voor meer informatie of een recensie-exemplaar:

Odette Lafère

Odette.Lafere@medialaferes.nl

Tel +31(0)575563628 / Tmob +31(0)651273679

 

Betrokken op vakantie.

Kom een Oranje niet aan zijn vakantie want die is heilig. Vakantievieren is een familietraditie waaraan niet getornd mag worden. Vanwege de ministeriële verantwoordelijkheid mogen we niet weten of ze adviezen opvolgen of in de wind slaan, maar het ziet er naar uit dat ze gewoon doen waar ze zin in hebben.

Koning Willem III was al met het vakantievirus behept. Toen een kabinet viel en zijn handtekening benodigd was voor het ontslag van ministers, was de koning spoorloos. Hij werd uiteindelijk opgespoord in Montreux, maar hij weigerde terug te keren en zei de zaak in beraad te houden. Toen zijn zoon, kroonprins Alexander, overleed verbeeld hij in een Duits kuuroord. Hij weigerde direct terug te komen. Dat had geen zin, die jongen was immers toch al dood.

Koningin Wilhelmina vierde vakantie in Zwitserland toen het bericht haar bereikte dat het kabinet had besloten een vluchtelingenkamp voor joden op de Veluwe in te richten. In haar achtertuin nota bene. Ze kwam niet terug maar schreef een brief op poten die tot gevolg had dat het kamp bij Westerbork verrees. In haar biografie Eenzaam maar niet alleen denk je soms dat ze meer op vakantie was dan aan het werk, wat overigens niet slecht zou zijn geweest voor het landsbelang.

Prins Bernhard nam zijn maîtresse Ann Orr Lewis gezellig mee op gezinsvakanties naar de wintersport. Juliana, (‘Mammie’) vond dat zó leuk vertelde Bernhard eens tegen de Volkskrant, maar die opmerking kunnen we rustig toevoegen aan zijn enorme verzameling fantasieverhalen. Toen onvoorziene gebeurtenissen enkele vakanties van Beatrix dreigden te torpederen maakte ze het zo bont dat de vergelijking met een verwend kind zich opdringt.

In 2000 wilde ze op wintersport naar Oostenrijk waar juist een ultrarechtse regering was aangetreden. Zeventien landen van de Europese Unie hadden daarop een diplomatieke boycot tegen Oostenrijk aangekondigd. Van het dringende advies van minister-president Wim Kok niet  te gaan, trok Hare Majesteit zich niets aan. Ze maakte zelf wel uit wat kon of wat niet kon. Ze beweerde weliswaar altijd, dus 24 uur per dag, koningin te zijn, maar dat was nu even niet aan de orde. Haar vakantie was namelijk voor deze ene keer als strikt privé te beschouwen. Ze ging.

In 1999 trad de Maas buiten zijn oevers en kwamen delen van Limburg blank te staan. Het kabinet wilde dat Beatrix de ondergelopen gebieden zou bezoeken; het journaal zou het bezoek van de betrokken koningin uitgebreid in beeld brengen. Beeldvorming is tenslotte alles. Maar Beatrix had er geen zin in want uitgerekend op die dag zou ze vertrekken naar haar vakantieverblijf in Italië. Er is behoorlijk druk uitgeoefend om haar reis een paar uurtjes uit te stellen. Haar vakantie een dagje later te laten ingaan bleek onbespreekbaar.

Het moet gezegd dat Beatrix zich zonder problemen naar de vliegramp in de Bijlmer (oktober 1992) en de vuurwerkramp in Enschede (mei 2000) begaf om zich professioneel ‘geschokt’ te tonen. Er stonden geen vakanties gepland.

Bij Willem-Alexander gaat het niet anders. Zijn reisje naar Griekenland in coronatijd kent iedereen. Op 15 juli 2021 kon hij pas na de grootst mogelijke moeite worden overgehaald het door hevige regens getroffen Limburg te bezoeken. Steden en dorpen stonden blank. Maar ja, het bezoek aan Valkenburg stond zijn vakantie, de daaropvolgende dag, vervelend in de weg. Op de avond van diezelfde dag stond Nederland op zijn kop vanwege de moordaanslag op Peter R. de Vries. De koning zou als staatshoofd toch moeten bedenken dat uitstel van vakantie dan voor de hand ligt. Maar Willem-Alexander ziet slechts een boze buitenwereld die zijn vakantie wil dwarsbomen. Uiteindelijk ging hij toch naar Limburg, maar de tegenzin droop er af.

Eerder op de dag had hij met de waarnemend Commissaris van de koning in Limburg Johan Remkes gebeld om zijn steun te betuigen. Vermoedelijk heeft Remkes hem op het hart gedrukt zich te laten zien in het rampgebied. Dat drong maar moeizaam door want pas tegen de avond verschenen hij en Máxima in Valkenburg met gezichten die een immens medeleven moesten suggereerden. Limburg trapte er niet in en hij kreeg veel kritiek. Willem trok zich daar, een dag later en veilig ver weg in zijn Grieks vakantieparadijs, niets van aan.

Vakantie en onvoorziene gebeurtenissen; het is alsof de duvel ermee speelt. Toen Willem-Alexander in februari 2022 met skivakantie ging, brak de oorlog in Oekraïne uit. Als een acute crisis van dat kaliber uitbreekt hoor je als staatshoofd niet met vakantie te gaan. Maar ja, die is natuurlijk wél heilig. Dus pakte hij het regeringsvliegtuig en vloog naar Oostenrijk. Niet dat thuisblijven praktisch wat zou hebben uitgemaakt maar hij gaf met zijn vertrek een verkeerd signaal: niet betrokken. Op de site van het koninklijk huis betuigden hij en Máxima wel hun intense papieren medeleven:

‘Ons hart gaat uit naar de bevolking van Oekraïne en naar alle getroffenen door het geweld. Wij leven intens mee met de mensen daar en met de Oekraïense gemeenschap in Nederland, die in angst verkeert om het lot van familie en vrienden.’ Vanuit Lech. Proost!

Toen de vakantie erop zat besloot Willem-Alexander te laten zien hoe betrokken hij wel niet was en nodigde een groepje mensen van de Oekraïense gemeenschap in Nederland uit te komen praten over de situatie in hun land. De koning en de koningin waren ‘ontroerd’ door de ontmoeting en dat waren hun gasten eveneens. Het staatsbezoek aan Griekenland werd in verband met de oorlog wél probleemloos uitgesteld, maar toen stond er geen vakantie gepland.

Hoeveel weken vakantie heeft de koning, of liever gezegd neemt hij er per jaar? Als we de lege plekken in zijn publiek toegankelijke agenda bekijken komen we uit op een weekje of vijftien. Een paar maanden in de zomer, een kleine maand rond oud en nieuw, twee weken skivakantie in Lech en dan nog eens een paar weekjes rond Pasen. Daar staat tegenover dat hij in theorie als staatshoofd permanent in functie is, maar dat is puur symbolisch. Verantwoordelijkheid draagt hij niet; die ligt bij de minister-president die ook permanent in functie is en die voor zichzelf én de koning verantwoordelijkheid draagt.

Hij tekent tijdens de vakantie wel dringende stukken (op zijn iPad), maar dat zal hem weinig tijd kosten. Hij hoeft ze niet te lezen. Er zit altijd een korte samenvatting bij. Die kan hij lezen of gewoon overslaan. Hij zou het signeren zelfs even tussendoor op zijn speedboot kunnen doen. Als Máxima even het stuur overneemt is het binnen een paar minuten gepiept. Maar wie weet beschikt zijn bootje van twee miljoen over een automatische piloot. En een volautomatische signeerapp. Willem-Alexander is de vakantiekoning bij uitstek.

Dit stukje is ook gepubliceerd in De Republikein, nummer 1, maart 2023

Het is een fabel dat een kroonprins(es) de troon niet zou kunnen weigeren. Ze worden alleen geacht dat niet te doen. Koning Willem III (Gorilla) weigerde aanvankelijk maar draaide snel bij. Zijn beide zoons hadden er evenmin zin maar kregen door hun vroegtijdig overlijden niet de kans te bewijzen dat ze standvastig in hun opvatting waren.

Omdat Willem terecht twijfelde aan de ambities van zijn beide zoons had hij zich uit voorzorg een 40 jaar jonger bruidje aangeschaft die deed wat van haar verlangd werd: baren.

Willem zag het koningschap aanvankelijk helemaal niet zitten. De Grondwetwijzigingen hadden de macht van de koning naar zijn smaak te veel ingeperkt. Toen zijn vader op 17 maart 1849 vrij plotseling in Tilburg overleed, verbleef hij al een aantal maanden in Engeland om Britse instellingen te bestuderen.

Dat was althans de officiële smoes. Volgens zijn echtgenote was de ware reden dat zijn maîtresse naar Engeland was vertrokken. Ze zou zwanger van hem zijn. Dat Willem smoorverliefd was op Louise-Rose Rouvroy, van beroep operazangeres, staat vast en dat hij haar heeft bezwangerd ook. Uit een brief aan Louise zou je haast denken dat God haar zwanger had gemaakt en niet Willem zelf:  ‘als het Opperwezen in zijn oneindige wijsheid en goedheid heeft gewild dat je moeder zult zijn, nu hij in jou de kiem heeft geplant waardoor je het zult worden (…)’.

In dezelfde brief schreef hij dat hij zich met haar in Frankrijk op een klein landgoed wilde vestigen én dat hij het vaste voornemen af te zien van het koningschap.

Willem haatte ministers en met de beide Kamers wilde hij niets te maken hebben. Minister L.A. Lightenvelt verdacht Willem ervan dat zijn afkeer van het koningschap gespeeld was en alleen diende ‘om zijn schaamteloze vrijheidsdrang te maskeren die maakt dat hij zich nergens iets aan gelegen laat liggen’. Iedereen kon wat Willem betreft dus de pot op. Waarom? Seks. Volgens  Lightenvelt was ‘de seksualiteit (…) van grote betekenis voor zijn verlangen naar vrijheid.’

Er is heel wat bidden en smeken aan te pas gekomen voordat hij zich als koning liet installeren. Kennelijk trokken de aan het koningschap verbonden privileges en financiële toelages hem toch over de streep.

Kroonprins Willem (roepnaam ‘Wiwill’) had zich in Parijs gevestigd. Met zijn vader kon hij het – zoals de meesten – niet vinden. In Parijs leefde hij als God in Frankrijk. Hij zoop, was een graag gezien gast in cafés en bordelen en omringde zich met foute vrienden en klaplopers. De Parijse schandaalpers had moeite zijn uitspattingen, feesten en avontuurtjes bij te houden.

Contact met Nederland had hij nauwelijks, behalve dan dat hij zijn riante kroonprinsenuitkering van 100.000 gulden welwillend incasseerde. Niets wees erop dat hij de troon ambieerde, maar hoe het echt zat zullen we nooit weten want hij overleed op 11 juni 1879 aan een ‘borstaandoening’.

Le Figaro noteerde: ‘Met de prins van Oranje verdwijnt een van de merkwaardigste verschijnselen van Parijs.’ Wiwill was volgens de krant ‘een van de meest Parijse figuren geworden die het asfalt de laatste twintig jaar hebben gesierd.’

De nieuwe kroonprins Alexander was ziek, depressief en mensenschuw. Voor vrouwen had hij geen belangstelling, wat toch van een kroonprins – vanwege de opvolging – verwacht mag worden. Continuering van de monarchie heeft immers altijd de hoogste prioritiet.

Op enige belangstelling voor de troon heeft niemand hem kunnen betrappen.  Met zijn vader kon hij hij het evenmin vinden als zijn overleden broer Wiwill. Toen Alexander in 1884 overleed, zag zijn vader geen reden – hij zat weer eens in een Duits kuuroord – om direct naar huis terug te keren. Waarom zich haasten? Alexander was immers toch al dood. Pas drie weken later kwam hij terug.

Alexander stierf kinderloos, nog maar 32 jaar oud. Zijn halfzusje Wilhelmina was nu de eerste in de lijn van troonopvolging. Of zij wel geschikt was voor haar taak is – wat mij betreft – geen uitgemaakte zaak, maar ze heeft er zich in ieder geval niet tegen verzet.

Koning Willem III bakte niet veel van zijn koningschap. Wiwill en Alexander zouden dat vermoedelijk ook niet hebben gedaan, maar omdat beiden voortijdig stierven blijft het speculeren.

Het koningschap weigeren is niet verboden. Wel onwenselijk. Een kroonprins wordt automatisch koning als de zittende koning aftreedt of overlijdt. Hij kan weigeren zich te laten inhuldigen. Als het zover mocht komen, voorziet de Grondwet in de opvolging.

Als Amalia een echtgenoot zou kiezen die om wat voor reden dan ook slecht valt bij het parlement is ze er ook vanaf. Tenminste als de Kamer weigert toestemming te geven voor het huwelijk want dat moet bij wet.

Wegens haar moeder heeft Amalia recht op de Argentijnse nationaliteit. Als ze zou aannemen na haar achttiende vervalt haar Nederlanderschap en kan ze geen koningin zijn.

Het huidige gezeur over het niet kunnen weigeren van het koningschap is dus absurd. De monarchie trouwens ook.

 

Graag meer achtergronden bij het nieuws

Zowel de Volkskrant als de NRC hebben uitgebreid geschreven over de vondst van Beatrice de Graaf in Duitse archieven. Op grond van haar onderzoek komt De Graaf tot de conclusie dat Wilhelmina van de komst van keizer Wilhelm II op de hoogte moet zijn geweest en dat de Nederlandse koningin persoonlijk achter zijn asielverlening in 1918 heeft gezeten. Ik denk dat mevrouw De Graaf daarin volkomen gelijk heeft. Maar waarom plaatsen kranten zulk nieuws niet in een breder kader?

Historicus Piet Hagen trok die conclusie al jaren geleden in zijn biografie van Pieter Jelles Troelstra Politicus uit Hartstocht (2011).
Troelstra, leider van de sociaaldemocraten, veronderstelde al in 1918, direct nadat de keizer de Nederlandse grens was gepasseerd, dat Wilhelmina ‘de keizer gastvrijheid had aangeboden’.

Troelstra was in de ochtend van 10 november 1918 door het Duitse gezantschap in Den Haag gebeld met de vraag hoe hij en zijn partij, de SDAP, dachten over asielverlening aan de keizer.
Hij had daar geen bezwaar tegen mits de keizer, net als alle andere militairen die onze grens
overstaken, direct werd geïnterneerd.
De keizer had daar uiteraard geen zin in. Het gezantschap heeft Troelstra er toen aan herinnerd dat koningin Wilhelmina al ‘gastvrijheid’ [had] aangeboden’.
Troelstra heeft er ook nog op gewezen dat de Duitsgezinde oud-generaal J.B. Van Heutsz, die bij Wilhelmina in een bijzonder goed blaadje stond, een dag voordat de keizer de Nederlandse grens passeerde, op diens hoofdkwartier in Spa (België) had geluncht.
De regering heeft later ontkend dat er toen over asiel was gesproken, maar Troelstra heeft altijd geweigerd – naar mijn mening volkomen terecht – dat te geloven.

Wilhelmina bewonderde generaal Van Heutsz vanwege zijn ‘pacificatie’ acties op Atjeh, dat deel uitmaakte van Nederlands Indië. ‘Pacificatie’ wilde zeggen: massamoorden plegen op de inheemse bevolking, die weigerde de Nederlandse koloniale heerschappij te aanvaarden. Dankzij die wandaden op Atjeh bracht hij het tot vertrouweling van Wilhelmina, die net als Van Heutsz pro-Duits was.

Het was dus oud nieuws wat de kranten in de afgelopen week brachten. Hoe Wilhelmina de keizer in haar autobiografische werk Eenzaam maar niet alleen heeft geportretteerd is evenmin nieuws, maar in dit verband toch wel aardig weer eens naar voren te halen. Over Hare Majesteit doen vele mythes de ronde. Ze hebben vrijwel allemaal gemeen dat Wilhelmina eruit oprijst als een heroïsche figuur die alles deed voor volk en vaderland en zichzelf het liefst wegcijferde.

In haar memoires schetst ze hoe Wilhelm II na de Duitse capitulatie tot haar afgrijzen naar Nederland vluchtte om asiel te vragen. Ze kon er maar niet over uit. Het was het laatste wat ze voor mogelijk had gehouden: een keizer die zijn volk in de steek laat. Dat deed je als monarch niet. En waarom? Alleen omdat hij voor zijn eigen leven had moeten vrezen als hij in Duitsland was gebleven.
De keizer was gevlucht, zo had ze vernomen, op aanraden van zijn directe ‘omgeving’.
Daarom moest Wilhelmina van Wilhelms ‘omgeving’ evenmin iets hebben. Die beschikte volgens haar niet over ‘staatsmanswijsheid’, om over moed nog maar te zwijgen. Ze schrijft in haar memoires (met cursiveringen):

‘Ik overdrijf niet, als ik zeg, dat het mij een week en misschien nog langer gekost heeft voor ik geloof kon hechten aan de ingekomen berichten, zó onwaarschijnlijk leek mij deze handelwijze. Verder zal ik over Wilhelm II niet spreken.’

Ze heeft hem, voor zover bekend, nooit gesproken of bezocht. Van uitlevering aan de oude tegenstanders van Duitsland, die de keizer wilden berechten wegens oorlogsmisdaden, kon echter geen sprake zijn. In het Verdrag van Versailles vraagt artikel 227 expliciet om uitlevering van Wilhelm door Nederland. Het heeft geleid tot aanzienlijke spanningen: Groot-Brittannië dreigde een tijdlang de diplomatieke betrekkingen met Den Haag te verbreken en Nederland de toegang tot de Volkenbond te ontzeggen. Dat alles dankzij onze koningin die van internationale betrekkingen niet het geringste benul had.

Cruciale papieren die met het asiel van Wilhelm hadden te maken, zijn vernietigd. Typisch Wilhelmina. Documenten die een smet op haar reputatie konden werpen, moesten worden verbrand. Ze heeft er, bij wijze van spreken, dagwerk aan gehad.

En haar eigen vlucht dan naar Engeland in mei 1940? Was dat dan niet vergelijkbaar? Gelukkig kon haar biograaf, wijlen Cees Fasseur, zijn lezertjes in dat opzicht geruststellen. Wilhelmina was gevlucht omdat het landsbelang dat eiste. Bij de keizer daarentegen hadden persoonlijke belangen de doorslag gegeven.

Hare Koninklijke Hoogheid Zelve heeft over haar vertrek naar Engeland geschreven dat ze zich ‘ten volle bewust’ was geweest ‘van de verbijsterende indruk, die haar vertrek thuis zou maken, maar waar het landsbelang dit meebracht, zag ik mij verplicht de smaad aan te durven van de schijn van gevlucht te zijn.’

Diep in haar hart echter was ze het liefst op de Grebbeberg gesneuveld:

‘Had de guerrilla tegen de valschermtroepen mij niet van de aanvang af alle verbinding met het strijdende leger afgesneden, zo had ik mij naar de strijdenden aan de Grebbe kunnen begeven om het lot van de krijgsman te delen en, zoals Willem III het uitdrukte: als de laatste man te vallen in de laatste loopgraaf. Ik wist dus, dat ook dat mij niet beschoren was.’

Arme majesteit. Werkelijk alles zat tegen.

Dinsdag 9 februari behandelde het actualiteitenprogramma Brandpunt met verve mijn boek over twee eeuwen majesteitsschennis.
Natuurlijk komt in 13 minuten zendtijd lang niet alles aan de orde, maar de kern van het boek – namelijk dat de wet op de majesteitsschennis buitengewoon willekeurig werd (en wordt) toegepast – kwam glashelder uit de verf. Bekende Nederlanders kunnen zich vrijwel alles veroorloven, maar Onbekende Nederlanders worden nog steeds getracteerd op forse boetes. De maximale geldboete is 20.250 euro, maar je kunt ook voor maximaal vijf jaar achter de tralies gaan. RTL Boulevard belichtte de kwestie vanuit een ander perspectief.
Frits Boer, sinds kort gepensioneerd als kinderpsychiater, maakte in zijn studententijd een grapje met een foto van een pin up die veel op prinses Beatrix leek.

 ‘Me vel is me vel’ op de plaat was een verwijzing naar Befehl ist Befehl, wat op zijn beurt weer sloeg op Claus van Amsberg, die tijdens de oorlog in de Duitse Wehrmacht had gediend. Boer kreeg twee weken gevangenisstraf en in hoger beroep zelfs drie. Het was iets totaal onschuldigs, maar hij kreeg er wel een strafblad voor. Dat dreigde zelfs nog even zijn carrière in gevaar te brengen.

Gerard Cox zong in 1966 ‘Arme ouwe, blijf maar zitten op je troon’. Een liedje over een beetje zielige Provo met een sterke moederbinding. De Provo in Cox zou koningin Juliana het liefst zo snel mogelijk willen zien vertrekken, maar ach, ze is zo aandoenlijk en ze lijkt zo op zijn eigen moeder. Toen op Prinsjesdag 1966  een aantal van zijn collega-provo’s lekker gingen rellen in Den Haag, bleef de ik-figuur thuis:

‘Niet dat ik pro-Oranje ben, ik haat de monarchie
Ik kan wel kotsen als ik Trix of Claus of Bernhard zie.’

Dan komt koningin Juliana aan de beurt die Cox dus zo aan zijn moeder doet denken:

‘En Juliaan is ook niet veel, dat geef ik dadelijk toe
Ze is volstrekt verwerpelijk, maar ze lijkt zo op me moe’

Dan zingt Cox begaan:

‘Arme ouwe, blijf maar zitten op je troon
Ach, wat zouden wij jou daar nou af gaan douwen
Blijf maar zitten, net als vroeger doodgewoon
arme arme arme ouwe.’

Cox zong deze tranentrekker tijdens een try-out in Tiel. Een deel van het publiek verliet woedend de zaal en een diender wachtte hem in de kleedkamer op. Hij kwam er als Bekende Nederlander met een waarschuwing vanaf, maar Frits Boer kreeg drie weken cel voor een gefotoshopte Beatrix look-a-like.

Het boek staat vol met volstrekt willekeurige ingrepen van het Openbaar Ministerie. Zo kreeg de befaamde socialist Domela Nieuwenhuis een jaar gevangenistraf omdat hij had gezegd dat Willem III – ook bekend onder zijn veelzeggende bijnaam ‘Koning Gorilla’ – ‘niet veel van zijn baantje had gemaakt’.
Het was de enige manier om hem aan te pakken, want formeel bestond er vrijheid van meningsuiting. De wet op de majesteitsschennis bood de autoriteiten gelegenheid om socialisten en ander gespuis  op te pakken.
Hun kritiek op de mensonterende sociale omstandigheden, de honger en de werkeloosheid was volkomen terecht. Maar de koning had een fors inbreng in het landsbestuur en als je daar kritiek op had, was dat  ‘hoon’ of ‘laster’ van Zijne Majesteit.

Bij het overlijden van Willem III zag Domela Nieuwenhuis zijn kans schoon. Inmiddels was hij een Bekende Nederlander. In zijn blad Recht voor allen schreef hij een artikel die alleen uit een kop bestond: ‘Het leven van koning Willem III den Groote, in al deszelfs hooge betekenis voor het Volk geschetst’. De kolommen eronder bleven blanco.
Treffender kon het leven van ‘iemand die zo weinig van zijn baantje’ had gemaakt niet worden geschetst, en vermoedelijk ook nauwelijks beledigender: het leven van ‘Willem den Groote’ als één grote leegte. Justitie liet hem ditmaal ongemoeid.

Tekenaar ‘Willem’, nog steeds actief als cartoonist voor het roemruchte Franse satirische blad Charlie Hebdo, tekende in september 1966 koningin Juliana als raamprostituee. De prent stond in God, Nederland en Oranje, het cartoonblad van de Provobeweging. Aanleiding was de verhoging van haar staatstoelage in een tijd van loonmatiging. Het prijskaartje dat voor Juliana’s peeskamertje hing, verwees naar haar jaarlijkse uitkering van 5,2 miljoen gulden. Holtrop werd vrijgesproken van majesteitsschennis, maar kreeg wel een boete van 250 gulden voor een cartoon in hetzelfde nummer van God, Nederland en Oranje; de rechter achtte die beledigend voor het openbaar gezag en de politie.
Een student die de ‘Provoklamatie’ van Holtrop in Leiden als pamflet had verspreid, kreeg zes weken celstraf. Peter Schat, zijn faam als componist was toen nog toekomstmuziek, kreeg tweehonderd gulden boete omdat de drukpers in de kelder van zijn huis stond.
Willekeuriger kan haast niet, al zijn de tijden sinds Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) wel veranderd: de beul onthoofde de bejaarde staatsman (72) omdat hij prins Maurits had beledigd: majesteitsschennis dus. Maurits heeft de rechtsgang gemanipuleerd; bij een reguliere gang van zaken had hij geen schijn van kans gehad zijn tegenstander te laten ombrengen.

Weg met de koning! vertelt ook de geschiedenis van het huis van Oranje, hoewel de bloedlijn met stamvader Willem de Zwijger al sinds enkele eeuwen flinter- en flinterdun is. Op de keeper beschouwt zijn de prestaties van het Huis door de eeuwen heen lang niet altijd groots en meeslepend geweest. Integendeel. Wat nooit afnam was de liefde voor het Oranjehuis onder bepaalde delen van de bevolking, al dan niet gemanipuleerd. En dat veel slechtziende historici (verblind door een oranjewaas) het Huis eeuwenlang de hemel hebben ingeprezen, heeft ook zijn invloed gehad.

Als de wet op de majesteitsschennis één ding heeft bewezen, is dat hij afgeschaft moet worden. Omstreeks april zal D66 daartoe een voorstel indienen.

Welke halfgare in de krochten van het Openbaar Ministerie heeft besloten om een zwarte-pieten-activist die ‘fuck de koning, fuck de koningin’ riep te vervolgen voor majesteitsschennis? In België moet Koning Flip zelf aangifte doen als hij zich beledigd voelt, maar in Nederland gebeurt dat ‘ambtshalve’. Hoe dat in zijn werk gaat is volslagen onduidelijk. Het kan een overijverige, monarchistische ambtenaar op het OM zijn, of de minister van Justitie die een wit voetje wil halen bij het koningshuis, maar evengoed de koning zelf die (laat) weten dat wat hem betreft de maat vol is.

Niemand die het weet. Ik heb Beatrix er wel eens van verdacht dat als ze zich in haar koninklijke waardigheid gekwetst voelde dat via haar kabinet liet weten en het geval zo doorspeelde naar justitie. Te bewijzen valt het niet, maar kennelijk hadden sommige veroordelingen wel haar instemming. Zoals in het geval van de man die in 2010 een waxinelichthouder naar de Gouden Koets gooide.

Tijdens zijn roemruchte worp schold hij de inzittenden van de Koets luidkeels uit voor ‘landverraders’ en ‘nazi’s’. De man, bij wiens aanhouding volgens het OM vast stond dat hij geestelijk gestoord was, werd niet alleen veroordeeld voor het beledigen van de koningin, Willem-Alexander en Máxima, maar kreeg ook straf voor het beschadigen van de Gouden Koets en voor poging tot mishandeling van twee lakeien die ernaast liepen. In werkelijkheid liepen noch de lakeien noch de Koets een schrammetje op. In totaal zat de man ongeveer twee jaar vast. Een deel van de tijd in de extra beveiligde gevangenis in Vught. Daar sluit je normaal gesproken types op als Willem Holleeder.

De straf was buitenproportioneel – als hij inderdaad gestoord was hoorde hij in een inrichting thuis – maar Beatrix was het er blijkbaar mee eens. Een seintje van haar was voldoende geweest de man te laten gaan. Dat dit niet is gebeurd, zegt hoogstwaarschijnlijk iets over hoe Beatrix tegen dit geval van majesteitsschennis aankeek. Ik kan me overigens niet voorstellen dat Willem-Alexander er net zo over denkt als zijn moeder. Zijn adviseurs schijnen hem zelfs geadviseerd te hebben Luckytv geweldig te vinden, terwijl hij daar toch met enige regelmaat op een voor hem niet leuke wijze te kijk wordt gezet.

‘Majesteitsschennis’, de wet kent dat woord niet, maar spreekt van ‘hoon en laster’, is een archaïsche wet uit de voorvorige eeuw (1866). Koning Willem III, onder tijdgenoten beter bekend als ‘Koning Gorilla’, kon slecht tegen kritiek en dus kwam er een wet om criticasters op te sluiten of zwaar te beboeten. Er stond maximaal vijf jaar gevangenisstraf voor of een boete van driehonderd gulden. Dat is volgens het Wetboek van Strafrecht, artikel 111-113, waarin het beledigen van de majesteit en de toe te passen straf staat omschreven, nog steeds zo. De boete is met zijn tijd meegegaan: die is nu 20.250 euro maximaal.

Majesteitsschennis en het recht op vrije meningsuiting staan op gespannen voet met elkaar. In de tijd van Koning Gorilla bestond er recht op vrije meningsuiting maar dat werd in de ogen van de koning misbruikt en daarom kwam er in 1866 die speciale wet. Twee andere ‘perswetten’, uit 1829 en 1830 (de tijd van koning Willem I) hadden het bekritiseren van de koning ook al strafbaar gesteld, maar die boden de lange koninklijke tenen kennelijk toch te weinig bescherming. Willem II had betrekkelijk weinig last van majesteitsschennis. Dat kwam omdat hij biseksueel was. Een aantal journalisten die dat wisten chanteerden hem daarmee. De homoseksuele escapades van de getrouwde Willem mochten onder geen beding naar buiten komen, en daarom kocht hij zijn kwelgeesten af. Er waren tonnen aan zwijggeld mee gemoeid.

Willem III was een koning die eigenlijk nergens voor deugde, hoewel hij als hobby één aardig karaktertrekje had: hij bezocht graag slachtoffers van een watersnood. Voor een watersnoodje kon je Willem uit zijn bed halen.
Over zijn leven verscheen vlak voor zijn zeventigste verjaardag (1887) een boekje: Uit het leven van Koning Gorilla. Veel van wat erin stond was waar: de koning zoop, beledigde, schoffeerde, bezocht de laagste bordelen, martelde dieren en zo nu en dan schiep hij er behagen in zijn vorstelijk lid aan den volke te tonen, want hij was ook een potloodventer. De auteur(s) van het schotschrift konden om uiteenlopende redenen niet worden vervolgd, maar indirect koelde de koning zijn woede op de voorman van de socialisten Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Hij was hoofdredacteur van Recht voor allen waarin ‘Koning Gorilla’ regelmatig figureerde.
Toen Domela eens opmerkte dat de koning ‘weinig van zijn baantje had gemaakt’, kreeg hij een jaar gevangenisstraf. Toch had hij het met zijn opmerking volkomen bij het rechte eind. Maar Domela was socialist; een mensensoort die in de tijd niet erg werd gewaardeerd en al helemaal niet door de koning.

Veroordelingen wegens majesteitsschennis waren aan het einde van de negentiende eeuw vooral bedoeld om lastige socialisten een tijdje op te bergen. Vrouwe Justitia speelde destijds een bedenkelijke rol en dat heeft ze eigenlijk voortdurend gedaan, zodra majesteitsschennis op de rol stond. Er is sprake van zo’n willekeur in berechting, sinds de wet op de majesteitsschennis in 1866 in het Wetboek van Strafrecht werd opgenomen, dat men zich kan afvragen of – om nog meer idiote vervolgingen te voorkomen – de wet niet beter per direct naar de vuilnisbelt van de wetsgeschiedenis kan worden verwezen.

In de tijd van koningin Wilhelmina zijn er heel wat vonnissen geveld en mensen naar de gevangenis gestuurd of boetes opgelegd om de meest futiele redenen. L.M. Hermans, redacteur van De Roode Duivel, kreeg een half jaar cel omdat hij koningin Wilhelmina en haar moeder Emma als danseresjes in zijn blad had getekend. Totaal onschuldig, maar Hermans was socialist en tegen ’troon, altaar en beurs’. Hij heeft overigens veel geschreven waarvoor een rechter hem wél met goed fatsoen had kunnen veroordelen. Maar net als vandaag de dag was willekeur troef.

Dat ondervond ook Alexander Cohen, een medewerker van Recht voor allen. Toen het rijtuig van de koning Willem III hem passeerde, op 16 september 1887, riep hij: ‘Leve Domela Nieuwenhuis! Leve ’t Socialisme! Weg met Gorilla!’ Hij werd subiet voor de rechter gesleept. Ondanks zijn werkelijk magistrale verdediging kreeg hij een half jaar gevangenisstraf. Hij week uit naar België en later Frankrijk. Nederland liet echter niet los en heeft beide landen bewogen Cohen uit te wijzen. Uiteindelijk is het slecht met Cohen afgelopen: hij eindigde zijn leven als monarchist.

De rechters deden dus maar wat als er majesteitsschennis in het geding was. Je zou bijvoorbeeld verwachten dat Pieter Jelles Troelstra, de voorman van de ‘rooien’ uit het begin van de vorige eeuw zou worden opgepakt, toen hij in 1921 over het erfelijk koningschap zei: ‘Erfelijkheid moge een geschikt leidend beginsel zijn voor paard- en rundvleesstamboeken, voor het bekleeden van publieke ambten kan het nu eenmaal geen leidraad geven’.  Koningin Wilhelmina had niet echt een hekel aan de rode onruststoker. Misschien dat Troelstra er daarom mee wegkwam.

De anti-zwarte-piet-activist, Al Jaberi, die nu een boete van 500 euro krijgt opgelegd wegens majesteitsschennis, zat er overigens helemaal naast met zijn opmerking over de Gouden Koets. Volgens hem wordt het slavernijverleden in Nederland niet erkend en doet het koningshuis daaraan mee. In de talkshow van Pauw zei hij: `De duidelijkste signalen zijn wellicht het feit dat het koningshuis, het staatshoofd, jaarlijks in een gouden koets rondrijdt, van goud gestolen uit de derde wereld, waar ook afbeeldingen op staan van slaven.’

Dat van die afbeeldingen klopt, maar de koets was een geschenk van het ‘dankbare Nederlandsche volk’ aan Wilhelmina bij haar inhuldiging in 1898. Ze weigerde de Koets vóór de inhuldiging te accepteren. Dat zou niet netjes zijn. Maar een dag ná de inhuldiging nam ze het karos, gebouwd in Amsterdam door de firma Spijker en betaald door Amsterdammers, toch in ontvangst. De Amsterdammers hadden het cadeau met kwartjes bijeen moeten scharrelen.
Met geld dat ze eigenlijk niet konden missen, want de sociale ellende was enorm.

Hermans ergerde zich wezenloos en uitte dat krachtig in zijn brochure De Gouden Kwartjeswagen. Hij vond bijdragen aan de gouden koets pure geldverspilling in een tijd dat de werkeloosheid sinds mensenheugenis niet zo groot was geweest. ‘Aan de ledige haard van den werkman grijnst het spook van den honger en de sporen van gebrek zijn op de smalle bleeke gezichtjes uwer kinderen duidelijk merkbaar.’

Het was een schande, vond Hermans, om arme mensen geld uit de zak te kloppen voor een koningin die aan ‘niets gebrek had’, door te speculeren op ‘gevoelens van eerbied of liefde, die men terecht of ten onrechte koestert’. Deze keer kwam hij ermee weg. Het OM greep niet in, hoewel het ‘kwetsender’ was dan de onschuldige sportprent, waarvoor hij een half jaar de bak in moest.

Het OM doet dus maar wat. Toen en nu. In mijn boek over majesteitsschennis dat dit najaar verschijnt, staan talrijke saillante voorbeelden. Zelden heb ik zoveel willekeur in één boek op een rij moeten zetten. Je vraagt je af of het OM – toen maar ook vandaag de dag – niet wat beters te doen heeft dan zijn tijd te verspillen aan zulke kolder.

Je mag niet ‘fuck de koning’ roepen, en vast ook niet ‘FUCK het OM’, maar ik kan niet anders. En fuck ook de majesteitsschennis!

Boeken