Berichten

Om geld hoeft Máxima zich niet te bekommeren. Haar echtgenoot is vermoedelijk miljardair en zelf bezit ze het een en ander aan vastgoed in Argentinië. Ze komt uit een familie waar geld nooit een probleem was. Is het dan niet vreemd dat ze (ere)voorzitter is van het platform ‘Wijzer in geldzaken’ dat minder bedeelden adviseert hoe ze met geld moeten omgaan?

Máxima is van huis uit econoom en zal vast wel enige kennis over geld in huis hebben. Maar het hoeft niet. De bekendste watermanagementdeskundige van dit land was plotseling ene Willem-Alexander die zich nog nooit met enige vorm van waterbeheer had beziggehouden. Al spoedig bekleedde hij als ‘expert’ talloze functies in de wondere wereld van het watermanagement. De Verenigde Naties benoemden hem tot voorzitter van een wateradviesorgaan.

Als erevoorzitter van ‘Wijzer in geldzaken’ legt Máxima aan arme jongvolwassenen uit dat je best een jaartje langer met je mobieltje kunt doen en dat je je niet moet laten verleiden door reclames die je de hele dag door om de oren vliegen. Haar advies: ‘Bedwing de Bling.’ Er is uiteraard niets tegen voorlichting maar het blijft komisch dat een steenrijke mevrouw uit het jetsetwereldje arme jongeren bespaaradviezen geeft.

Het platform geeft ook tips aan ouders wier kinderen het huis uitgaan om te studeren. Zoals Amalia nog niet zo lang geleden. Die ouders blijven de adviezen van Máxima evenmin bespaard. Zoals: ‘maak een begroting of budget’ en laat je kind een huishoudboekje bijhouden. In gedachten zie ik Amalia driftig schrappend in haar boekje, de wanhoop nabij hoe ze in godsnaam de maand moet doorkomen.

Het is ook zaak je verzekeringen te checken. Amalia zal toch wel gratis meeverzekerd zijn? Kinderen moeten met hun ouders overleggen over de hoogte van de ouderlijke studiebijdrage. Prima, al hebben Amalia en haar ouders die tip vermoedelijk in de wind geslagen. En dat Máxima een speciale rekening heeft geopend voor als de kinderen gaan studeren lijkt ook onwaarschijnlijk. Maar ze staat er wel vierkant achter.

En dan de  schenkbelasting. Ouders mogen hun kinderen geld schenken maar boven een bepaald bedrag is daarover belasting verschuldigd. Denk daar goed over na adviseert Máxima die vermoedelijk niet eens weet hoe ze het woord ‘belasting’ moet spellen.

Naast dit lokale gedoe is Máxima ook in de Derde Wereld actief. Ze is – ga er even voor zitten – ‘speciaal pleitbezorger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor inclusieve financiering voor ontwikkeling’. Ze ijvert voor goede toegang tot financiële diensten. Iedereen moet een bank- of spaarrekening hebben. Altijd handig als je geen geld hebt om over te maken of om te sparen. Ze pleit daarnaast voor microkredieten aan kleine bedrijven.

Al die minima kunnen rekenen op Máxima. Maar is het effectief? Volgens de RVD wel, maar er is ook kritiek. Een probleem is dat de allerarmsten ook hier uit de boot vallen. Dat kan trouwens evengoed een pluspunt zijn want de rentetarieven zijn vaak zo hoog dat ze tot hoge schuldenlasten leiden. En vrouwen voor wie een microkrediet echt een uitkomst zou kunnen zijn, worden vaak niet of in ieder geval te weinig bereikt.

Máxima heeft door haar status het zicht op verhoudingen verloren. Ik herinner me een foto waarop ze met een peperdure tasje, behangen met sieraden en voorzien van een opzichtige Rolex (waarde circa 20.000 euro) stralend de bouwval van een microfinancieringsgegadigde betreedt. Bedwing de Bling Máxima!

Ik vrees dat haar spindoctors niet altijd begrijpen dat sommige functies de lachlust opwekken: zoals een miljardairsvrouw die gratis woont en reist, kan declareren wat haar uitkomt en verder alle denkbare faciliteiten van de wereld geniet. Zo’n mevrouw laat je armen niet adviseren hoe ze met hun weinige geld moeten omgaan of hoe ze een microkrediet kunnen aanvragen.

Dit artikel verscheen eerder in De Republikein, nummer 1, maart 2024

Een Kamermeerderheid wil nu de koning inkomstenbelasting laten betalen. Het vergt veel tijd de noodzakelijk veranderingen in de Grondwet aan te passen. Er kunnen discussies uit voortvloeien die het koningshuis kunnen schaden. Wat als de koning wel wil betalen, maar toch hetzelfde bedrag per jaar wil overhouden als hij nu heeft. Zijn ‘uitkering’ zou dan grofweg moeten verdubbeld en dat valt niet te verdedigen.

De belastingvrijstelling is geregeld in artikel 40 van de Grondwet. Daar is ook de vrijstelling van erfbelasting opgenomen. De wet aanpassen is lastig want dat vereist twee derde meerderheid van stemmen in zowel de Eerste als de Tweede Kamer. Tot voor kort leek dat onhaalbaar maar sinds de laatste verkiezingen ligt dat anders.

Het kabinet liet in 2015 weten dat het belasten van de koninklijke ‘uitkeringen’ om twee redenen niet aan de orde was. Het unieke karakter van het ambt van koning zou er niet mee verenigbaar zijn. Waarom eigenlijk niet? De vorstenhuizen van het Verenigd Koninkrijk, België, Spanje en Zweden betalen wél belasting.

De tweede reden is dat ‘bruteren’ uitzonderlijk lastig zou zijn. Bruteren wil zeggen dat de huidige netto-uitkering moet worden omgerekend naar een brutobedrag. De uitkeringsgerechtigden, Willem-Alexander, Máxima, Amalia en Beatrix willen evenveel overhouden als ze nu krijgen. De website van het Koninklijk Huis, onderhouden door de RVD, legt uit hoe de vork in de vermeend complexe steel zit:

‘Als zou worden overgegaan tot belastingheffing zou dat betekenen dat de uitkeringen en verstrekkingen in natura (zoals bijvoorbeeld de terbeschikkingstelling van paleizen) niet langer netto worden verstrekt, maar bruto. Ook zullen er andere verstrekkingen zijn waarover dan belasting is verschuldigd, zoals het privégebruik van auto’s.

Dit zou een nadere analyse vergen van de belastbaarheid van deze posten en de mate waarin sprake is van aftrekbare kosten. Er zullen namelijk niet alleen te belasten inkomsten zijn maar ook aftrekbare kosten. Op grond van de fiscale regelgeving zijn niet alle kosten aftrekbaar. De fiscale regelgeving kent een eigen begrippenkader waarin bijvoorbeeld kosten van kleding en persoonlijke verzorging en de kosten van het voeren van een zekere staat (bijvoorbeeld het in dienst hebben van huispersoneel) niet aftrekbaar zijn. Dit zijn echter uitgaven die als functioneel voor de Koninklijke waardigheid worden beschouwd.

Bovenstaande maakt duidelijk dat het bruteren van de grondwettelijke uitkeringen zeer ingewikkeld is om uit te voeren.’

Je zou denken dat de Belastingdienst voor hetere vuren heeft gestaan. Maar volgens de RVD is het gewoon té ingewikkeld om er zelfs maar aan te beginnen. Overigens is bovenstaande tekst nu van de website verwijderd, want het maakte al te zeer duidelijk wat het standpunt van de koning was.

Vermoedelijk was de grootste angst van Rutte en de RVD dat ‘bruteren’ uit zou draaien op ruwweg een verdubbeling van de huidige uitkering. Willem-Alexander zou dan als ‘uitkering’ in plaats van ruim een miljoen netto ongeveer twee miljoen bruto moeten krijgen, Máxima ruim acht ton, Amalia ruim zes en Beatrix zou bruto meer dan een miljoen euro moeten ontvangen. Het is nu al moeilijk de hoogte van de koninklijke ‘uitkeringen’ te verdedigen. Een verdubbeling zou de reputatie van de Oranjes, die toch al als ‘inhalig’ bekend staan, schaden. De RVD heeft dat haarfijn aangevoeld. Rutte vroeg zich tijdens een Kamerdebat al eens af wat je ermee opschoot om de uitkeringen te bruteren: ‘wat win je daar precies mee?’ Dus: gewoon niet aan beginnen, het geeft alleen maar heisa.

Die moeilijkheidsgraad bij het taxeren geldt in Nederland uitsluitend voor de koning en zijn naasten. Dat is opmerkelijk want bij alle miljoenen belastingplichtigen heeft de Belastingdienst dat probleem opgelost. Zelf iets betalen voor ‘kleding en persoonlijke verzorging’ vindt het koningshuis te ver gaan. Voor Máxima zou het op het eerste gezicht inderdaad een ramp zijn, want ze draagt bij vrijwel ieder optreden een ander outfit. Die verkleedpartijen zouden nodig zijn voor de uitoefening van haar koninklijke functie; de toverspreuk waarmee de Oranjes al hun kosten afwentelen op de samenleving. Het uitoefenen van de koninklijke functie is trouwens ook in de Grondwet geregeld. Máxima kan opgelucht ademhalen.

Het geklaag van de RVD dat het ‘in dienst hebben van huispersoneel’ niet aftrekbaar zou zijn, was eveneens onzin. Het is geregeld in artikel 41 van de Grondwet: ‘De Koning richt, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis in.’ Hoewel: van een regeling is nauwelijks sprake. De koning kan heel ver gaan dankzij de volstrekte wazigheid van het artikel. Artikel 41 komt erop neer dat hij zelf mag beslissen over het personeel van zijn hofhouding en hoe hij die inricht. Zelf kost de hofhouding hem geen cent, die kosten zijn voor de staat. Wel moet hij rekening houden met het ‘openbaar belang’, maar die bepaling is eveneens zo diffuus dat het geen struikelblok zal zijn.

Het is de vraag of deze discussie de positie van de monarchie niet verder zal ondermijnen. Ik hoop het maar als republikein.

Dit artikel verscheen ook in NRC van 31-01-2024

Prins Bernhard was geen ‘schavuit’ maar gewoon een schurk; leugenachtig tot op het bot. Voor ons, republikeinen, is dat oude koek, maar de media raakten totaal overstuur van het oude nieuws over zijn NSDAP-lidmaatschap. De consequenties van dat gelieg over zijn naziverleden zouden wel eens ernstiger kunnen zijn dan de levenslange ontkenning een nazi te zijn geweest. Want waarom zou je een man die met de hand op de Bijbel liegt nog geloven?

Al in 1996 kwamen Coen Hilbrink en ik in de affaire-Sanders met niet minder dan vijfendertig documenten die het NSDAP- lidmaatschap van Bernhard onomstotelijk bewezen. Bernhard bleef dat feit tot zijn laatste snik ontkennen. Voor Oranjeklanten was dat voldoende. Voor het bestuur van het NIOD – waar ik toen werkte – ook, al moest het later bakzeil halen, zij het met de grootst mogelijke tegenzin.

Nu is zijn lidmaatschapskaart toch gevonden. Het ding had al die tijd in Bernhards archief gelegen. Plotseling stond alles wat Bernhard had beweerd op losse schroeven en dat is winst. Het bestuur van het Prins Bernhard Cultuurfonds (alleen al het verbinden van zijn naam met cultuur is een gotspe) vroeg zich af of de naam van het fonds ongewijzigd kon blijven. Heeft het bestuur dan al die jaren onder een steen geleefd? Inderdaad. Heel lang, maar dat is nu voorbij. Het Prins Bernhard Cultuurfonds is omgedoopt in Het Cultuurfonds.

Het CIDI vroeg zich af of er geen nader onderzoek moest worden gedaan naar de bewering dat Bernhard een miljoen gulden uit de Duitse Wiedergutmachung had losgepeuterd. Dat fonds was bedoeld voor joden die slachtoffer waren geworden van Bernhards voormalige partijgenoten, maar die de verschrikkingen van de Holocaust hadden overleefd. Een onderzoek is nergens voor nodig. Dat heb ik al gedaan. Het resultaat staat in de Republikein, nr. 2, 2008. Helaas leest niet iedereen dat blad, maar het nieuws stond ook uitgebreid in de kranten en haalde het NOS-journaal en ‘NOVA’, de voorloper van ‘Nieuwsuur’.  Ik had een geannoteerde versie beschikbaar gesteld, maar die is nooit door iemand opgevraagd. CIDI kom alsjeblieft – net als nog niet zo lang geleden het Bernhard Cultuurfonds – onder jullie steen vandaan en lees de versie met voetnoten.

Willem-Alexander beweerde onlangs, mede dankzij de publicatie van de lidmaatschapskaart, het familiearchief open te willen stellen tot 6 september 1948. De koning, zelf historicus, beweert transparante geschiedschrijving toe te juichen. Dat is mooi, maar ik ben bang dat het een loze belofte is. Het Koninklijk Huisarchief, volledig door de belastingbetaler gefinancierd, heeft de rechtsvorm van een stichting. Die valt niet onder de archiefwet en is daarom ook niet voor iedereen toegankelijk. Toegang kan alleen de voorzitter van de stichting – Willem-Alexander – verlenen. Toegang is een gunst, geen recht. Als hij zijn belofte gestand wil doen, zal het Koninklijk Huisarchief de status van Rijksarchief moeten krijgen. Dan valt het onder de archiefwet en de daarin vastgestelde normen voor toegang.

Als ik wil onderzoeken of Bernhard zich inderdaad met illegale wapenhandel in Indonesië heeft beziggehouden zou ik graag zijn papieren nalatenschap willen doorvlooien. In de overheidsarchieven is niets te vinden, zoals er vrijwel nooit iets is te vinden dat het koningshuis reputatieschade kan bezorgen.

Ik ga de koning binnenkort maar eens om toestemming vragen.

Dit artikel verscheen eerder in De Republikein, nummer 4, december 2023

Het besluit van koning Willem-Alexander het Koninklijk Huisarchief (KHA) tot 6 september 1948 open te stellen verdient waardering. Het komt inderdaad, zoals hij terecht opmerkte,  ‘transparante geschiedschrijving’ ten goede. Prima, maar zijn uitspraak dient wel geformaliseerd te worden maar daar zijn geen voorstellen voor gedaan. Toch is dat noodzakelijk.

Het inzien van stukken uit het KHA dient een recht te zijn en geen gunst, wat het nu is.

Het KHA is een particulier archief en heeft de rechtsvorm van een stichting wat het particuliere nog eens benadrukt. Net zoals bijvoorbeeld Shell het volste recht heeft u de toegang tot zijn archief te ontzeggen mag het KHA dat ook.

De voorzitter van de stichting Koninklijk Huisarchief, koning Willem-Alexander, bepaalt wie toegang krijg. Hij kan dat volstrekt willekeurig doen; als particuliere instelling heeft hij dat recht. Beroep tegen zijn beslissing is niet mogelijk. Logisch uiteraard; het is zijn recht. Dat het KHA volledig met belastinggeld wordt betaald doet daar niets aan af. De rechtsvorm is bepalend.

Om de toezegging van de koning te waarborgen zou het KHA bij voorkeur een overheidsarchief moeten worden. Daarop is de archiefwet van toepassing. De koning kan nu, als hij dat wil, nog steeds hem niet welgevallige bezoekers weren. Als het KHA een overheidsarchief is, kan dat niet meer.

Het is volstrekt onduidelijk welke stukken in het KHA terecht komen die eigenlijk (omdat het regeringsstukken zijn) op het Nationaal Archief thuis horen. Premier Mark Rutte heeft wel betoogd dat er goede afspraken zijn gemaakt maar wat die inhouden is onduidelijk en zeker niet controleerbaar. De Rijksarchivaris overlegt soms met de directeur van het KHA maar er is niets gewaarborgd. Er wordt een beroep gedaan op onze goedgelovigheid.

De koning maakt deel uit van de regering en dus zouden alle stukken die ook maar enigszins het regeringsbeleid raken opgeborgen moeten worden in het Nationaal Archief. Maar of dat gebeurt weten we niet, bij gebrek aan controle en goede afspraken. Destijds is het onderzoeksrapport Beel dat de Greet Hofmans-affaire onderzocht in het KHA beland, terwijl het toch een zaak betrof die van constitutioneel belang was. Het was beslist niet uitsluitend een privéaangelegenheid. Toch verdween het stuk in het KHA. Historicus Cees Fasseur, die zoals bekend een potje kon breken aan het hof, kreeg het rapport als eerste in 2008 ter inzage.

In het verleden van prins Bernhard zijn episodes die nadere opheldering verdienen. Wat deed hij bijvoorbeeld in de Tweede Wereldoorlog in Zuid-Amerika? Wat had hij daar te zoeken? En op welke wijze heeft hij zich ingelaten met de dekolonisatie van Indonesië? Was hij inderdaad bij illegale wapenhandel betrokken? Niet rechtstreeks maar via tussenpersonen?

Het zou prettig zijn als het KHA voor de opheldering van deze (en andere) raadsels, die toch ook het Nederlandse regeringsbeleid raken, wordt opengesteld. In de openbare archieven zijn over deze materie slechts summiere aanwijzingen te vinden. Bernhards bemoeienis staat vast maar niet de mate waarin en waarop. Het is uiteraard mogelijk dat gevoelige stukken zijn vernietigd. Van Wilhelmina weten we dat ze veel materiaal, waarin kritisch over haar werd geoordeeld, heeft verbrand. Toch draagt het bij aan onze kennis. Als we weten dat stukken niet op het KHA liggen, kunnen we die mogelijkheid uitsluiten, en ergens anders gaan speuren.

Aan toezeggingen zonder garanties hebben we niets. Ik heb geadviseerd bij Kamervragen aan de minister-president over het KHA. De antwoorden waren altijd nietszeggend, ontwijkend of van het type ‘met-een-kluitje-in-het-riet.’ Vervolgvragen leverden dezelfde, bizarre non-antwoorden op en de daaropvolgende vragenrondes eveneens. Murw haken Kamerleden dan af.

Helderheid en openheid is een vereiste. Maak van het KHA een rijksarchief. Foto’s, poëziealbums van de prinsessen, liefdesbrieven, evidente privéaangelegenheden et cetera kunnen uiteraard worden ondergebracht in een echt, privé familiearchief.

Maar helderheid en openheid over het handelen van het staatshoofd en leden van het Koninklijk Huis is in een constitutionele parlementaire democratie een vereiste. Maak van het Koninklijk Huisarchief daarom een rijksarchief.

Dit artikel verscheen eerder in NRC, 19 oktober 2023

Dagkoersen

Willem-Alexander schijnt zich niet druk te maken om zijn dalende populariteit. Net als moeder Beatrix doet hij peilingen af als onbelangrijk. Het zijn maar dagkoersen. Je moet het over een langere termijn zien. Bovendien zou het passen in de huidige lage waardering voor overheid en politiek.

Het is bekend dat er drie soorten leugens zijn. Gewone leugens, gemene leugens én het valste van het valste: statistieken. Lichtelijk overdreven wellicht, maar in enquêtes over het koningshuis wordt, met afstand, wél de domste vraag gesteld die een enquêteur kan bedenken. ‘Hoe vind u dat de koning heeft geregeerd?’

De koning maakt deel uit van de regering maar hij draagt geen regeringsverantwoordelijkheid en van zijn opvattingen mogen we niets weten. De vraag kan dus simpelweg niet beantwoord worden. Dat kan alleen de minister-president. Hij is de enige die weet wat de koning ergens van vindt (áls hij al een mening heeft).

Hoe de koning denkt is het geheim van Noordeinde. Alleen Rutte kent het antwoord maar hij moet vanwege de ministeriële verantwoordelijkheid zijn mond houden. Rutte vindt dat trouwens geen probleem want hij is altijd bereid de koning ter wille te zijn. Het koningspaar had zich geen beter schoothondje kunnen wensen. En als hij klem komt te zinnen keft hij: ‘privé’. Zo gauw Rutte iets privé verklaard wil hij er niets meer over zeggen.

De koning ‘regeert’ niet, maar wat zien de geënquêteerden dan voor ‘regeren’ aan? Lachen, handjes geven, zwaaien, lintjes knippen en vooral aardig doen. Tsjonge, wat wordt er fantastisch geregeerd als Wim-Alex een schouderklap uitdeelt en Máxima haar liefste glimlach opzet. Dát is zo ongeveer de wijze waarop de onderdanen het optreden van het staatshoofd en zijn vrouw beoordelen.

Zou zijn slinkende aanhang er wel eens bij stilstaan dat in de monarchie de geboorte boven talent prevaleert? Capaciteiten of begaafdheden spelen geen enkele rol. Als eerstgeboren kind van de koning wordt je automatisch staatshoofd.

Het is natuurlijk raar dat we niets mogen weten van de politieke denkbeelden van de koning als hij die – naast wat gedachten over sport – mocht hebben. Het centrum van ons staatsbestel is een blinde vlek omdat er een man zit die boven de partijen zou staan, daarom geen mening geeft en – hoewel volwassen – zelfs niet voor zijn eigen daden verantwoordelijk is.

De vraag hoe de koning ‘regeert’ is dus een absoluut mysterie. Daarentegen is de vraag wie een republiek verkiest boven een monarchie wel glashelder te beantwoorden Vooral jongeren kiezen voor de republiek en dat zou het koningshuis moeten verontrusten.

De voornaamste taak van de koning is het ondertekenen van wetten en Koninklijke Besluiten (KB’s). Hij hoeft ze niet eens te lezen; er zit een korte samenvatting bij, maar ook die kan hij rustig overslaan. Hij benoemt en ontslaat ministers en staatssecretarissen bij KB. Als het kabinet de rit uitzit, is hij er een keer in de vier jaar mee bezig. De kans op een burn out is minimaal.

Als een kabinet voortijdig sneuvelt moet hij zijn benoemingskunstje nog eens doen. Commissarissen van de Koning benoemt hij voor zes jaar en ook daarvan zal hij niet overspannen raken want de twaalf ambtsdragers treden niet allemaal gelijk aan of af. Verder neemt hij geloofsbrieven van nieuwe ambassadeurs in ontvangst en leest hij – al dan niet hakkelend – de troonrede voor. Werk- en (uitgaande) staatsbezoeken zijn initiatieven van de koning zelf. Als hij zich op dat terrein inspant is dat zijn vrije keus.

Dat hij drie maanden vakantie per jaar neemt, laat ook zien dat het met de werkdruk wel los loopt. Hij moet tijdens zijn vakantie wel wat handtekeningen zetten maar dat kan via de Ipad. Hij zou zich door de neerwaartse peilingen toch wat zorgen moeten maken om zijn luizenbaan.

Deze column is ook gepubliceerd in De Republikein, nummer 2, juni 2023

Persbericht.

 

Bernhard ontliep zijn straf in het Lockheed schandaal en gooide in een dronken bui Juliana in het zwembad.  Uit peilingen blijkt dat de populariteit van het koningshuis steeds meer afneemt. Gerard Aalders onderzoekt aan de hand van rationele argumenten of de monarchie nog toekomst heeft. Monarchisten zien het koningshuis als de verbindende factor die Nederland bijeen houdt en wij, burgers, zouden ons kunnen spiegelen aan hun normen en waarden. Aan de hand van voorbeelden concludeert Aalders dat voor die aannames geen basis is. De geschiedenis van de Oranjes was door de eeuwen heen een aaneenschakeling van schandalen. Aan wetten en normen hielden (en houden) ze zich niet.

Aalders beperkt zich niet tot de Oranjes maar analyseert ook buitenlandse koningshuizen en concludeert dat ook daar wangedrag, corruptie en zelfverrijking zeker niet ongewoon zijn.    

Als het koningshuis het verbindend element in de samenleving zou zijn hoe verklaar je dan dat koning Willem I er binnen 15 jaar in slaagde de helft van zijn koninkrijk (het huidige België) te verliezen? Tegelijkertijd voerde hij Nederland naar de rand van de financiële afgrond. Maar de Oranjes die Willem I opvolgden blonken evenmin uit als ‘Verbinders’ of als hoeders van normen en waarden.

Juliana kon ministers zulke rare verzoeken doen dat je je kunt afvragen of ze wel als koningin kon functioneren. Ze wilde bijvoorbeeld met wichelroedes naar olie laten zoeken. Juliana dreigde herhaaldelijk welbewust met aftreden om haar eigen zin door te drijven. Haar voorgangers (en opvolgers Beatrix en Willem-Alexander) deden dat trouwens ook  in de wetenschap dat een ‘koningscrisis’ een probaat middel is om de ministers in een houdgreep te nemen. Wetten worden bijgebogen om de Oranjes een plezier te doen en als dat niet toereikend is worden constructies verzonnen om het de koning naar de zin te maken. Om die reden zat de Nederlands-Argentijns piloot Julius Poch acht jaar lang onschuldig vast in een Argentijnse gevangenis.

En in hoeverre zijn de staatsbezoeken nuttig? Ze kosten handenvol geld. Voor de stelling dat ze onze handel jaarlijks miljarden euro’s opleveren is geen snipper bewijs. Het nut van hun vele werkbezoeken is al even discutabel. Ze dienen om de koning te informeren wat er in de maatschappij leeft, maar hij laat herhaaldelijk zien dat hij geen benul heeft hoe de samenleving functioneert. In de coronatijd werd dat pijnlijk duidelijk.

Uit peilingen blijkt dat de laatste jaren de populariteit van ons koningshuis gestaag afneemt. De populairste Oranjes waren import en hadden geen spatje Oranjebloed. De flamboyante Máxima scoort in de peilingen aanzienlijk hoger dan haar houterige echtgenoot Willem-Alexander.

Máxima kan de ontbinding wellicht vertragen maar niet stoppen.

De bezwaren tegen de monarchie treden steeds duidelijker aan het licht. Een peperdure poppenkast waarvan de kosten over zoveel mogelijk ministeries worden verdeeld om ze minder opvallend te maken. Het belang van het Oranjehuis staat steevast voorop en de leden voelen zich verheven boven de wet. Maar het grootste bezwaar is echter dat erfopvolging strijdig is met de beginselen van de democratie. Het hart van ons staatsbestel is een blinde vlek. We mogen niet weten hoe de koning functioneert en hij draagt geen verantwoordelijkheid voor wat hij doet. Als de koning een crisis veroorzaakt  moet de minister-president de verantwoording nemen.

De Nederlandse monarchie heeft veel overeenkomsten met andere Europese koninkrijken. Zo liet koningin Elisabeth in meer dan 1000 wetten ingrijpen om er zelf beter van te worden. Tegen koning Charles loopt een corruptieonderzoek. De Spaanse koning Juan Carlos liet zich met tientallen miljoen euro’s omkopen en lapte alle normen en waarden aan zijn laars. De woede onder het Spaanse volk was zo groot dat hij besloot naar Abu Dhabi te emigreren. Tegen hem loopt ook een corruptieonderzoek.

Gerard Aalders is historicus en schrijver. Gedurende zeventien jaar was hij onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en publiceerde onder meer over de nazi-roof in Nederland. Hij schreef diverse boeken over de Bilderbergconferenties, economische oorlogvoering, inlichtingendiensten, kartels en majesteitsschennis. Zijn boeken Wilhelmina, fictie en werkelijkheid, Bernhard, alles was anders en Oranje Zwartboek (nu in de 12e druk!) werden bestsellers.

Technische gegevens De toekomst van Oranje:

Formaat:             15 x 23 cm, paperback

Omvang:             ca. 300 pagina’s

ISBN:                    97890 8975 0914

Prijs:                     € 24,99

Voor meer informatie of een recensie-exemplaar:

Odette Lafère

Odette.Lafere@medialaferes.nl

Tel +31(0)575563628 / Tmob +31(0)651273679

 

Betrokken op vakantie.

Kom een Oranje niet aan zijn vakantie want die is heilig. Vakantievieren is een familietraditie waaraan niet getornd mag worden. Vanwege de ministeriële verantwoordelijkheid mogen we niet weten of ze adviezen opvolgen of in de wind slaan, maar het ziet er naar uit dat ze gewoon doen waar ze zin in hebben.

Koning Willem III was al met het vakantievirus behept. Toen een kabinet viel en zijn handtekening benodigd was voor het ontslag van ministers, was de koning spoorloos. Hij werd uiteindelijk opgespoord in Montreux, maar hij weigerde terug te keren en zei de zaak in beraad te houden. Toen zijn zoon, kroonprins Alexander, overleed verbeeld hij in een Duits kuuroord. Hij weigerde direct terug te komen. Dat had geen zin, die jongen was immers toch al dood.

Koningin Wilhelmina vierde vakantie in Zwitserland toen het bericht haar bereikte dat het kabinet had besloten een vluchtelingenkamp voor joden op de Veluwe in te richten. In haar achtertuin nota bene. Ze kwam niet terug maar schreef een brief op poten die tot gevolg had dat het kamp bij Westerbork verrees. In haar biografie Eenzaam maar niet alleen denk je soms dat ze meer op vakantie was dan aan het werk, wat overigens niet slecht zou zijn geweest voor het landsbelang.

Prins Bernhard nam zijn maîtresse Ann Orr Lewis gezellig mee op gezinsvakanties naar de wintersport. Juliana, (‘Mammie’) vond dat zó leuk vertelde Bernhard eens tegen de Volkskrant, maar die opmerking kunnen we rustig toevoegen aan zijn enorme verzameling fantasieverhalen. Toen onvoorziene gebeurtenissen enkele vakanties van Beatrix dreigden te torpederen maakte ze het zo bont dat de vergelijking met een verwend kind zich opdringt.

In 2000 wilde ze op wintersport naar Oostenrijk waar juist een ultrarechtse regering was aangetreden. Zeventien landen van de Europese Unie hadden daarop een diplomatieke boycot tegen Oostenrijk aangekondigd. Van het dringende advies van minister-president Wim Kok niet  te gaan, trok Hare Majesteit zich niets aan. Ze maakte zelf wel uit wat kon of wat niet kon. Ze beweerde weliswaar altijd, dus 24 uur per dag, koningin te zijn, maar dat was nu even niet aan de orde. Haar vakantie was namelijk voor deze ene keer als strikt privé te beschouwen. Ze ging.

In 1999 trad de Maas buiten zijn oevers en kwamen delen van Limburg blank te staan. Het kabinet wilde dat Beatrix de ondergelopen gebieden zou bezoeken; het journaal zou het bezoek van de betrokken koningin uitgebreid in beeld brengen. Beeldvorming is tenslotte alles. Maar Beatrix had er geen zin in want uitgerekend op die dag zou ze vertrekken naar haar vakantieverblijf in Italië. Er is behoorlijk druk uitgeoefend om haar reis een paar uurtjes uit te stellen. Haar vakantie een dagje later te laten ingaan bleek onbespreekbaar.

Het moet gezegd dat Beatrix zich zonder problemen naar de vliegramp in de Bijlmer (oktober 1992) en de vuurwerkramp in Enschede (mei 2000) begaf om zich professioneel ‘geschokt’ te tonen. Er stonden geen vakanties gepland.

Bij Willem-Alexander gaat het niet anders. Zijn reisje naar Griekenland in coronatijd kent iedereen. Op 15 juli 2021 kon hij pas na de grootst mogelijke moeite worden overgehaald het door hevige regens getroffen Limburg te bezoeken. Steden en dorpen stonden blank. Maar ja, het bezoek aan Valkenburg stond zijn vakantie, de daaropvolgende dag, vervelend in de weg. Op de avond van diezelfde dag stond Nederland op zijn kop vanwege de moordaanslag op Peter R. de Vries. De koning zou als staatshoofd toch moeten bedenken dat uitstel van vakantie dan voor de hand ligt. Maar Willem-Alexander ziet slechts een boze buitenwereld die zijn vakantie wil dwarsbomen. Uiteindelijk ging hij toch naar Limburg, maar de tegenzin droop er af.

Eerder op de dag had hij met de waarnemend Commissaris van de koning in Limburg Johan Remkes gebeld om zijn steun te betuigen. Vermoedelijk heeft Remkes hem op het hart gedrukt zich te laten zien in het rampgebied. Dat drong maar moeizaam door want pas tegen de avond verschenen hij en Máxima in Valkenburg met gezichten die een immens medeleven moesten suggereerden. Limburg trapte er niet in en hij kreeg veel kritiek. Willem trok zich daar, een dag later en veilig ver weg in zijn Grieks vakantieparadijs, niets van aan.

Vakantie en onvoorziene gebeurtenissen; het is alsof de duvel ermee speelt. Toen Willem-Alexander in februari 2022 met skivakantie ging, brak de oorlog in Oekraïne uit. Als een acute crisis van dat kaliber uitbreekt hoor je als staatshoofd niet met vakantie te gaan. Maar ja, die is natuurlijk wél heilig. Dus pakte hij het regeringsvliegtuig en vloog naar Oostenrijk. Niet dat thuisblijven praktisch wat zou hebben uitgemaakt maar hij gaf met zijn vertrek een verkeerd signaal: niet betrokken. Op de site van het koninklijk huis betuigden hij en Máxima wel hun intense papieren medeleven:

‘Ons hart gaat uit naar de bevolking van Oekraïne en naar alle getroffenen door het geweld. Wij leven intens mee met de mensen daar en met de Oekraïense gemeenschap in Nederland, die in angst verkeert om het lot van familie en vrienden.’ Vanuit Lech. Proost!

Toen de vakantie erop zat besloot Willem-Alexander te laten zien hoe betrokken hij wel niet was en nodigde een groepje mensen van de Oekraïense gemeenschap in Nederland uit te komen praten over de situatie in hun land. De koning en de koningin waren ‘ontroerd’ door de ontmoeting en dat waren hun gasten eveneens. Het staatsbezoek aan Griekenland werd in verband met de oorlog wél probleemloos uitgesteld, maar toen stond er geen vakantie gepland.

Hoeveel weken vakantie heeft de koning, of liever gezegd neemt hij er per jaar? Als we de lege plekken in zijn publiek toegankelijke agenda bekijken komen we uit op een weekje of vijftien. Een paar maanden in de zomer, een kleine maand rond oud en nieuw, twee weken skivakantie in Lech en dan nog eens een paar weekjes rond Pasen. Daar staat tegenover dat hij in theorie als staatshoofd permanent in functie is, maar dat is puur symbolisch. Verantwoordelijkheid draagt hij niet; die ligt bij de minister-president die ook permanent in functie is en die voor zichzelf én de koning verantwoordelijkheid draagt.

Hij tekent tijdens de vakantie wel dringende stukken (op zijn iPad), maar dat zal hem weinig tijd kosten. Hij hoeft ze niet te lezen. Er zit altijd een korte samenvatting bij. Die kan hij lezen of gewoon overslaan. Hij zou het signeren zelfs even tussendoor op zijn speedboot kunnen doen. Als Máxima even het stuur overneemt is het binnen een paar minuten gepiept. Maar wie weet beschikt zijn bootje van twee miljoen over een automatische piloot. En een volautomatische signeerapp. Willem-Alexander is de vakantiekoning bij uitstek.

Dit stukje is ook gepubliceerd in De Republikein, nummer 1, maart 2023

Griekenland

Het koningspaar ging weer eens op staatsbezoek. Ditmaal naar Griekenland waar ze sowieso al enkele maanden per jaar verblijven in hun vakantievilla.  Staatsbezoeken zijn uitputtend, lezen we regelmatig, en dat is ook zo. Ze luisteren naar speechen en ze geven zelf ook voordrachten. Er worden kransen gelegd en er wordt eindeloos gegeten, geborreld en getoast. Maar wat is eigenlijk het nut van zo’n reis en wat levert het op?

Een staatsbezoek is er volgens de RVD om de goede relatie met een ander land te bevestigen en te verdiepen. Maar waarom zou je eigenlijk gaan als de relatie, in dit geval Griekenland, al goed is? En hoe verdiep je een relatie? Kennelijk door inhoudsloze speeches af te steken die bol staan van de platitudes en door een tekstschrijver geschreven zijn, want Willem-Alexander doet dat nooit zelf. Voor zijn toespraken heeft hij Jan Snoek. Willem-Alexander leest alleen maar voor. Meestal gaat dat niet vloeiend  want ons staatshoofd verstaat de kunst van het speechen niet.

Een staatsbezoek valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid, wat inhoudt dat de minister van Buitenlandse Zaken meereist, hetgeen onvermijdelijk impliceert dat hij een aantal dagen van zijn eigenlijke werk wordt afgehouden. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en die van Volksgezondheid, Welzijn en Sport reisden ook mee en ook zij kwamen niet aan hun dagelijkse bezigheden toe. De veelgeroemde handelsmissie schitterde ditmaal door afwezigheid. Logisch,  want het kost meer dan het oplevert.

Er stond ook een gesprek met de Griekse ombudsman op het programma. Jammer, want die had zijn tijd veel beter aan nuttig ombudswerk kunnen besteden. Vervolgens kreeg de Akropolis  een bezoek van de Koninklijke Hoogheden te verduren. Dat zal vanwege de veiligheidsmaatregelen niet in goede aarde bij de overige bezoekers zijn gevallen. Trouwens ook niet bij de kleine middenstanders die van toeristen moeten leven, want die waren er vanwege de security niet. Exact daarom hebben winkels rondom het Paleis op de Dam de pest aan officiële gelegenheden waarbij de koning betrokken is. Klanten blijven weg.

Het nut van een bezoek aan een tentoonstelling van World Press Photo over vrouwenrechten was ook raadselachtig, maar misschien wilde Máxima zich graag als voorvechter van vrouwenrechten profileren. Het paar bezocht voorts een kliniek waar kinderen met kanker worden verpleegd. Erg meelevend natuurlijk en helemaal niets mis mee, maar waarom? Heel eenvoudig, er is in Utrecht een speciaal ziekenhuis voor kinderen met kanker naar Máxima vernoemd.

Schrijnend was dat hun bezoek aan een vluchtelingenkamp op Lesbos – het echtpaar is sinds kort officieel zeer begaan met het lot van vluchtelingen – uit het programma was geschrapt. Het is echt niet leuk die oeverloze ellende in zo’n kamp te moeten aanschouwen. Dus werd er gekozen voor een alternatief. In Athene is een opvangcentrum voor gevluchte kinderen. Het is er minder ellendig dan op Lesbos en kinderen kunnen er muziekles krijgen.

Kinderen speelden en zongen voor Willem-Alexander en Máxima die al spoedig het obligate traantje wegpinkte. Na afloop klampte een meisje zich wanhopig aan Máxima vast. Ze wilde graag een gesprek om over haar ellendige, uitzichtloze leven in het centrum te vertellen. Vermoedelijk in de hoop dat het dankzij de pers iets zou uithalen.

Máxima leek nu écht aangedaan en keek vragend naar haar echtgenoot. Helaas. Willem-Alexander maakte duidelijk dat daar echt geen tijd voor was. Wellicht bang dat de bitterballen bij de volgende ontvangst koud zouden worden.

Op de laatste dag van het staatsbezoek (in Thessaloniki) deden ze, gezellig op de fiets, een toeristische attractie aan. En natuurlijk was er het gebruikelijke persmoment waar journalisten onzinnige, voorgekookte en door de RVD goedgekeurde vragen kunnen stellen waarop ze voorgekookte, nietszeggende, door de RVD bedachte, antwoorden kregen.

Het enige moment waarop hun bezoek mogelijk enig nut had kunnen hebben, in het opvangcentrum, lieten ze onbenut.

Máxima adorerende royalty bladen konden hun geluk niet op. Wat was het toch weer leuk en wat zag ze er weer gewéldig uit.

Het porseleinen huwelijk liet zien wat er op de achtergrond gebeurde om het trouwen van Willem-Alexander met Máxima mogelijk te maken. De documentaire van BNN-VARA maakt duidelijk dat alles uit de kast wordt gehaald om de monarchie ter wille te zijn. Leugens en listen om het doel te bereiken zijn geen probleem.

Wat mij vooral opviel was het woordgebruik van politieke prominenten als Ad Melkert en Bram Peper, beiden PvdA.  Als ze over het koningshuis spraken was hun toon uiterst behoedzaam. Ze zochten naar woorden waaraan niemand aanstoot kon nemen want kennelijk waren ze voortdurend bang iets verkeerds te zeggen. In normale omstandigheden is hun woordenstroom niet te stuiten. Niet dat ze dan veel zinnigs zeggen, maar op een woord meer of minder kijken ze niet. Hoe anders was dat nu.

Opvallend laf op de vlakte hield zich ook toenmalig PvdA-kamerlid Peter Rehwinkel. In de talkshow Barend & Van Dorp weigerde hij antwoord te geven op de vraag of papa Zorreguieta wel of niet welkom was bij het huwelijk. Onlangs publiceerde Rehwinkel een tenenkrommend slijmboek: Amalia. De plicht roept.

De documentaire maakte duidelijk dat praktisch alles is geoorloofd om aan de wensen van het koningshuis tegemoet te komen. Er wordt met het recht gesjoemeld en er wordt keihard gelogen.

Als Desi Bouterse als lid van een misdadig regime in Nederlands voor het gerecht kon worden gedaagd, kon Zorreguieta dat ook, dus moest de zaak tegen Bouterse van tafel. Dat was de enige manier om een proces tegen Zorreguieta te voorkomen. Jonkheer Joan de Wijkerslooth, voorzitter van het College van procureurs-generaal, wist wel hoe je zoiets kon ritselen en aldus geschiedde. Hij weigerde zich voor zijn opmerkelijke besluit op camera te laten interviewen. Heel verstandig natuurlijk, want het zou ondoenlijk zijn geweest zich daar ook maar enigszins geloofwaardig uit te kletsen.

Gevreesd moet worden dat in het geval van piloot Julio Poch het Openbaar Ministerie zich ook gewillig voor de koninklijke kar heeft laten spannen.

Diplomaat ‘Maximo’ van der Stoel pendelde zich suf tussen de immer chagrijnige premier Wim Kok en Jorge Zorreguieta en bewoog hemel en aarde om hem van het bruiloftsfeest van zijn dochter te weren. Premier Kok vertelt later met een stalen gezicht op tv dat het papa’s eigen, oprechte besluit was geweest niet op de bruiloft te komen.

Dat alles gebeurde om een vermeende ‘constitutionele crisis’ te bezweren. De kroonprins dreigde namelijk zonder toestemming van het parlement te trouwen, als hij zijn zin niet kreeg. Als hij dat echt had gedaan had hij geen koning kunnen worden. Dan hadden we geen Willem-Alexander op de troon gehad maar iemand anders uit de familie die daar volgens de Grondwet aanspraak op maakt. Overigens viel op dat het historisch besef van de beide geliefden gevaarlijk dicht bij het nulpunt kwam wanneer het dictatoriale regime van Videla, waaraan papa Zorreguieta had deelgenomen, ter sprake kwam.

De Oranjes zijn dol op het dreigen met een constitutionele crisis. Ze beseffen dat de premier hen altijd tegemoet zal komen, want een crisis rondom het populaire koningshuis leidt alleen maar tot electorale rampen. Van die kennis maken ze handig gebruik.

Zodra ze hun zin niet krijgen wordt dat paardenmiddel van stal gehaald. Het werkt. Niet dat ze ooit vrijwillig zullen opstappen, want het voortbestaan van de Oranjedynastie heeft altijd topprioriteit. Logisch, want een baan met zo’n exceptionele beloning in geld en daarnaast gratis gebruik van paleizen, inboedels, stallen, paarden, vliegtuigen, auto’s, treinen, personeel, jachtvelden en ga zo maar door laat je niet schieten. Zelfs na je pensioen, dat deftig ‘abdicatie’ heet, blijft de staat je heerlijk verwennen met exceptioneel gulle uitkeringen en materiële voorzieningen. Ex-koningin Beatrix kan dat beamen, al zal ze dat niet doen, want ze vindt het doodnormaal.

Het koninklijke salaris heet ‘uitkering’ omdat de term ‘salaris’ onder geen beding mag vallen, want dan krijg je altijd weer dat gezeur over hun vrijstelling van inkomsten- en loonbelasting. Je hebt wel wat anders aan je koninklijke hoofd.

Een saillant detail kwam niet aan bod in de documentaire: de naturalisatie van Máxima die op bevel van schoonmoeder Beatrix met ongekende voortvarendheid plaats vond. Wie Nederlander wil worden moet normaal gesproken vijf jaar hier hebben gewoond of je moet drie jaar met een Nederlander zijn getrouwd. Dat alles gold niet voor Máxima. De procedure duurde welgeteld zeven werkdagen. Géén vijf jaar. Wetten, zo moet Beatrix hebben gedacht, zijn er om opzij te worden gezet.

Al dan niet met behulp van jonkheer De Wijkerslooth.

 

Goed nieuws uit Noorwegen

Het staatsbezoek van het koningspaar aan Noorwegen was om een aantal redenen opmerkelijk: de handelsmissie ontbrak, Willem-Alexander kondigde een nieuw ‘aandachtsgebied’ aan en hij liet weten tóch subsidie aan te vragen voor kroondomein Het Loo. Máxima ontmoette Mette-Marith, de echtgenote van de Noorse kroonprins; net als zij burgermeisje aan het hof.

Handelsmissies in het kielzog van een staatsbezoek leveren de Nederlandse economie miljoenen, zo niet miljarden, op. Deze keer echter was er, evenmin als in Duitsland afgelopen zomer, geen missie te bekennen. De RVD mompelde iets over corona, maar dat klonk meer als een smoes, precies zoals we dat van de RVD gewend zijn.

De koning verraste vriend en vijand met zijn nieuwe aandachtsgebied: ‘waterstof’. Jarenlang was hij Nederlands onbetwiste expert op het gebied van watermanagement. Razendknap, want hij heeft nooit aan een technische universiteit gestudeerd. Maar toen hij zich eenmaal op het watermanagement had gestort, vlogen lof, eretitels en erevoorzitterschappen hem om de oren. Willem-Alexander werd synoniem met water.

Eenmaal koning verslofte zijn waterliefde. Waarom weten we niet. Maar wat doet dat ertoe? Hij is weer helemaal terug, zij het in gehalveerde vorm. Water (H2O) bestaat uit waterstof en zuurstof. De zuurstof heeft hij afgestoten; voortaan doet W.A. uitsluitend in waterstof. Zijn inspiratiebron is de groene energietransitie gekoppeld aan klimaatverandering.
Over die onderwerpen heeft hij indringend met koning Harald (84) gesproken. Als hij zijn gloednieuwe expertise eerder naar buiten had gebracht, had de klimaattop in Glasgow achterwege kunnen blijven. Monarchen onderling lossen dergelijke probleempjes in een handomdraai op.

Na flink wat klimaatknopen te hebben doorgehakt, toog het koninklijk gezelschap naar het Edvard Munchmuseum, gewijd aan Noorwegens beroemdste schilder. Met een subliem gevoel voor timing betrad het selecte groepje een half uurtje voor sluitingstijd het museum. Alle bezoekers werden gesommeerd het gebouw onmiddellijk te verlaten. De koninklijke kunstdorst diende terstond bevredigd te worden en de monarchen wensten daarbij niet te worden gehinderd door kunstminnende onderdanen.

Mette-Marit, de echtgenote van de Noorse kroonprins Haakon, en koning Máxima hebben wat gemeen. Beiden zijn burgermeisjes die tot het hof zijn doorgedrongen. Hun achtergrond verschilt wel enigszins: toen Máxima economie studeerde, stortte Mette-Marit Tjessem Høiby zich op alcohol & drugs en trouwde tussen de bedrijven door met een gewelddadige drugsdealer met wie ze een zoon kreeg.

Toen Haakon anno 2000 Mette-Marith zijn liefde verklaarde, fronste menige Noor zijn wenkbrauwen, maar inmiddels wordt ze op handen gedragen. Voor haar enorme verdiensten kreeg ze – behalve het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau – nog een dozijn andere binnen- en buitenlandse onderscheidingen. Noorse vrouwen die meer hebben gesnoven en gezopen dan Mette-Marit gunnen het haar – hun symbool van hoop – van harte.

Op het einde van het bezoek – uiteraard een overdonderend succes vanwege de nauw aangehaald banden tussen beide koninkrijken én de vruchtbare discussie over de klimaatproblematiek – liet de koning tijdens een persbijeenkomst vallen dat hij subsidie voor Het Loo had aangevraagd.

Het Loo werd in 1958 op listige wijze door overgrootmoeder Wilhelmina aan het Nederlandse volk ‘geschonken’. De kosten voor het onderhoud werden voortaan op de belastingbetaler afgewenteld, maar de Oranjes behielden het vruchtgebruik. Ze konden gewoon doorgaan met jagen en de opbrengst van het domein in eigen zak blijven steken. In het najaar is het domein vanwege de jacht – tegen alle subsidieregels – gesloten. Rutte vond het een privékwestie, waarmee hij niets te maken had.

Benieuwd wat er nu weer is verzonnen om W.A. aan zijn subsidiegerief te helpen zonder dat hij hoeft af te zien van jagen. Het vermoeden lijkt gewettigd dat Willem-Alexander zal aantonen dat de jacht op wilde zwijnen een positief effect op waterstof heeft. Rutte zal dat niet tegenspreken.

Deze tekst verscheen eerder als column in De Republikein, december 2021